Eiseres is opgericht naar Nederlands recht, is in Nederland gevestigd en is een volle dochter van een in Denemarken gevestigde moedermaatschappij. De moedermaatschappij is de tophoudstermaatschappij van een wereldwijd opererend concern. Naast de aandelen in eiseres houdt de moedermaatschappij via buiten Nederland gevestigde (klein)dochtermaatschappijen ten minste 95% van de aandelen in een aantal in Nederland gevestigde vennootschappen. Tevens houdt eiseres ten minste 95% van de aandelen in niet in Nederland gevestigde vennootschappen die een vaste inrichting hebben in Nederland. Samen met de dochtermaatschappijen van haar buitenlandse zustermaatschappijen heeft eiseres verzocht om met die dochtermaatschappijen en met de Nederlandse vaste inrichtingen van die zustermaatschappijen te worden gevoegd in een fiscale eenheid. Verweerder heeft het verzoek afgewezen. In geschil is of dit terecht is. Omdat het verzoek mede namens niet in Nederland gevestigde vennootschappen is ingediend is de rechtbank van oordeel dat eiseres toegang heeft tot het Europese recht. De rechtbank overweegt dat er geen wettelijke grondslag is om eiseres aan te merken als moedermaatschappij van de andere vennootschappen met wie zij het verzoek heeft ingediend en dat afwijzing van het verzoek ook niet in strijd is met het Europese recht. Het beroep van eiser op het Papillonarrest faalt omdat de bij dat arrest beoordeelde casus wezenlijk anders was dan de onderhavige. Het beroep van eiseres op de non-discriminatiebepalingen in de belastingverdragen met Denemarken en Zweden faalt ook omdat toerekening van resultaten volgens de Nederlandse regeling slechts kan plaatsvinden aan de moedermaatschappij die het gekwalificeerde aandelenbelang houdt in de dochtermaatschappijen en dat heeft eiseres niet. Beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ5044
Geef een reactie