Hoewel belanghebbende redelijkerwijs meer heeft gedaan dan het enkel verstrekken van geldleningen, vormen de vorderingen die belanghebbende uit hoofde van deze geldleningen heeft, géén vermogensbestanddelen in het kader van resultaat uit overige werkzaamheden. Hiervoor is immers tevens vereist dat met de werkzaamheden een rendement zal worden behaald dat normaal actief vermogensbeheer te boven gaat. Aangezien belanghebbende als onbezoldigd adviseur zal optreden en ter zake van de geldleningen vaste rentepercentages zijn overeengekomen die niet meer omvatten dan een normale beloning voor het ter beschikking stellen van gelden, is daarvan geen sprake. De vorderingen behoren derhalve tot de rendementsgrondslag van box 3. Voorts heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat de vorderingen per 31 december 2009 oninbaar waren en daarom in box 3 moeten worden afgewaardeerd tot nihil.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ5318
Geef een reactie