Belanghebbende komt in (hoger) beroep op tegen de aanslag recht van successie 2006. Belanghebbende heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Belanghebbendes broer heeft dit wel gedaan voor wat betreft zijn gelijkluidende aanslag. Als gevolg van het bezwaar van de broer zijn de aan belanghebbende en de broer opgelegde aanslagen verlaagd. Belanghebbende heeft een afschrift van de aan de broer gerichte uitspraak op bezwaar, met daarin een rechtsmiddelverwijzing, ontvangen. In (hoger) beroep wijst belanghebbende op de mogelijkheden van beroep genoemd in artikel 54 van de Successiewet 1956. De rechtbank heeft belanghebbende niet-ontvankelijk in beroep verklaard, omdat belanghebbende voorafgaand aan het beroep geen bezwaar heeft gemaakt en (de kopie van) de uitspraak op bezwaar gezien moet worden als een ambtshalve vermindering van de aanslag. Het Hof verklaart het hoger beroep van belanghebbende ongegrond en overweegt verder dat belanghebbende ook inhoudelijk geen belang heeft bij de onderhavige procedure nu een gegrond hoger beroep van belanghebbende zal leiden tot een verhoging van de aanslag. Dat belanghebbendes onderliggende belang een verhoging van het saldo van de nalatenschap is, doet niet aan het voorgaande af.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ5451
Geef een reactie