In beroep is slechts de hoogte van de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase onderwerp van geschil. Een afspraak op basis van no cure, no pay staat niet in de weg aan toekenning van een proceskostenvergoeding. De afspraak tussen eiser en zijn gemachtigde betreft echter tevens een afspraak over de hoogte van de vergoeding. Voor zover in geschil is het door eiser aan zijn gemachtigde verschuldigde bedrag exact gelijk aan het bedrag dat aan proceskostenvergoeding wordt toegekend. Wordt een aanvullende proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend, dan zal een aanvullende rekening volgen. Wordt geen aanvullende proceskostenvergoeding toegekend, dan is er volledig afgerekend en volgt er geen aanvullende rekening voor de bezwaarfase. Dientengevolge zal eiser ongeacht de uitkomst van het beroep immer in dezelfde financiële positie blijven. Een uitspraak van de rechtbank kan eiser daarom niet in een gunstiger positie brengen dan waarin hij met de door verweerder bij de uitspraak op bezwaar toegekende proceskostenvergoeding al is komen te verkeren. Wegens gebrek aan belang van eiser wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ5887
Geef een reactie