Evenals de rechtbank oordeelt het Hof dat belanghebbende als bestuurder kon worden aangemerkt. Het Hof acht aannemelijk dat de brief met de melding van betalingsonmacht in de loop van maandag ter beschikking stond van de Belastingdienst in Zaandam en derhalve tijdig is gedaan. Met hetgeen de ontvanger heeft aangevoerd heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende onbehoorlijk bestuur kan worden verweten.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2682
Geef een reactie