Het Hof oordeelt dat belanghebbende met het sluiten van de samenwerkings- en de financieringsovereenkomst voor een onverdeeld aandeel van 20% de economische eigendom van de percelen heeft verkregen in de zin van artikel 2 lid 2 Wet BRV. Er is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel of strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en geen aanleiding voor een integrale vergoeding van proceskosten.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2686
Geef een reactie