• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

A-G: kleinkinderen alleen belast voor surplus vordering

2 augustus 2019 door Michel Halters

In 1996 overleed oma en zij had in haar testament aan haar kleinkinderen vorderingen gelegateerd ten laste van haar dochter (de tante van belanghebbenden). Door het overlijden van de tante werden de vorderingen opeisbaar. De A-G meent dat niet de volledige nominale vorderingen bij belanghebbenden belast zijn met erfbelasting, maar een surplus.

Op 1 maart 1996 overleed de oma. Zij had een zoon en een dochter. De zoon had vijf kinderen. De dochter had geen kinderen. In het testament van oma was de volgende bepaling opgenomen. ‘Ik legateer aan ieder van de kinderen van een mij ervende zoon een onvoorwaardelijke vordering ten laste van zijn/haar vader (mijn zoon) én een onvoorwaardelijke vordering ten laste van hun tante (mijn dochter), van een zodanige grootte dat over de top van de kontante waarde (..) van de vordering van een kleinkind zoveel mogelijk een gelijk percentage aan successierecht wordt geheven als over de top van de verkrijging van mijn kind (..)’ De dochter erfde van haar moeder (oma) door dit testament een bedrag van ƒ 1.035.120 (€ 469.717) en zij moest aan haar neven en nichten (kleinkinderen van oma) per kind ƒ 230.117 (€ 104.423) schuldig erkennen. In totaal moest de tante door dit testament € 522.115 schuldig erkennen aan de kleinkinderen van oma. De tante overleed in 2014. De Hoge Raad moet oordelen of de verkrijging door de kleinkinderen door het overlijden van tante een last is of een legaat. Dus of bij overlijden van de tante de verkregen vordering van € 104.423 volledig is belast of dat slechts het surplus is belast. Per kleinkind is dit surplus € 10.479 (1/5e van het verschil tussen € 522.115 en € 469.717).

 

Kwalificatie vordering uit ik-oma-testament

A-G IJzerman heeft conclusie genomen. De rechtbank had geoordeeld dat de ik-oma-making een lastbevoordeling was en daardoor bij de kleinkinderen de volledige vordering van € 104.423 met erfbelasting was belast. De A-G adviseert de Hoge Raad om ficties in de successiewet restrictief toe te passen. De A-G is het niet mee eens met de rechtbank en verklaart het eerste cassatiemiddel gegrond. Er was sprake van een legaat. Daardoor hadden de kleinkinderen door het overlijden van oma direct een eigen vorderingsrecht verkregen, dat echter pas opeisbaar was bij het overlijden van de tante. In het tweede cassatiemiddel klagen de kleinkinderen over het oordeel van de rechtbank dat door aanvaarding van de erfenis door de tante en daarmee van de last door de tante sprake is van een rechtshandeling in de zin van artikel 10 eerste lid Successiewet 1956. De A-G is van oordeel dat ook dit middel slaagt. Het legaat is door oma als eenzijdige rechtshandeling bij testament, toegekend aan de kleinkinderen. Of de tante destijds haar erfenis van haar moeder heeft aanvaard of niet is niet van belang, de tante zelf heeft geen rechtshandeling gepleegd. Ook de notariële constaterende akte doet niet ter zake. In het laatste middel klagen de kleinkinderen erover dat de rechtbank ten onrechte meent dat het eerste lid van artikel 10 Successiewet 1956 alsnog van toepassing is als wordt voldaan aan de omschrijving van artikel 10 negende lid Successiewet 1956. Men moet eerst nagaan of het eerste lid van toepassing is, zo niet dan kan pas toetsing aan het negende lid aan de orde komen. Ook dit middel is volgens de A-G gegrond. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de kleinkinderen gegrond te verklaren.

 

Wet: art. 10 SW 1956

Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 22 mei 2019 (gepubliceerd 26 juli 2019), ECLI:NL:PHR:2019:544

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Belastingdienst verstuurt beschikkingen Wtl 2018
Volgende artikel
Online oprichting B.V. mogelijk per 1 augustus 2021

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

contant geld

Vernieuwing Wet op de consignatie van gelden

Minister Heinen informeert de Tweede Kamer over het voornemen om Wet op de consignatie van gelden (Wcg) te vernieuwen.

Onderzoek legitieme portie in het erfrecht

40% van de Nederlanders is in alle gevallen vóór het behoud van de legitieme portie. Staatssecretaris Rutte stuurt de Tweede Kamer het rapport 'Draagvlak voor de legitieme portie' van het Wetenschappelijk Onderzoek – en Datacentrum (WODC).

NOW concernregeling

Derde nota van wijziging wetsvoorstel Belastingplan 2026

Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2026.

gift aan stichting

Standpunt periodieke gift waarbij slechts een termijn is uitgevoerd

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of het tussentijds niet nakomen van de verplichtingen op grond van de schenkingsovereenkomst tussen de belastingplichtige en een ANBI of vereniging gevolgen heeft voor de genoten periodieke giftenaftrek over al voldane termijnen.

Tax Talks

Bedrijfsopvolgingsregeling vanaf 2026 ingrijpend aangepast

De bedrijfsopvolgingsregeling ondergaat per 1 januari 2026 ingrijpende wijzigingen. De bezitseis verlengt voor oudere ondernemers, herstructureringen worden versoepeld, maar de BOR wordt beperkt tot gewone aandelen van minimaal 5 procent—mits goedgekeurd door Brussel. Voor fiscale professionals en ondernemers zijn rechtzetting van planning en administratieve voorbereiding nu essentieel.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Erven en schenken

Verdiepingscursus Internationale estate planning

Verdiepingscursus Tweetrapsmakingen opzetten en afwikkelen

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×