• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Aanslagtermijn geldt niet voor verliesbeschikking

5 maart 2018 door Remco Latour

Een aanslag vennootschapsbelasting kan in wezen ook een verliesvaststellingsbeschikking omvatten. Als de aanslag wordt vernietigd wegens termijnoverschrijding, blijft de verliesvaststellingsbeschikking in stand. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad, waarop mr. Elise C.G. Okhuizen haar commentaar geeft.

De Hoge Raad wijst erop dat de inspecteur een verlies van een jaar vaststelt bij voor bezwaar vatbare beschikking. Dit gebeurt gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over dat jaar. Legt de inspecteur een aanslag van nihil op en maakt hij op het aanslagbiljet melding van een vastgesteld bedrag aan negatieve belastbare winst? Dan vormt die vermelding op het aanslagbiljet een verliesvaststellingsbeschikking. Het gelijktijdig vaststellen van de aanslag en de verliesvaststellingsbeschikking betekent echter niet dat de verliesvaststellingsbeschikking altijd het lot van de aanslag volgt. In het geval van vernietiging van de aanslag omdat deze te laat is opgelegd, blijft de verliesvaststellingsbeschikking in stand. Een andere uitleg zou de belastingplichtige ook schaden in zijn materiële belang bij het vaststellen van de verliesvaststellingsbeschikking. Een verlies is namelijk pas te verrekenen als het bij beschikking door de inspecteur is vastgesteld

 

Reactie mr. Elise Okhuizen

Taxence vroeg Elise Okhuizen, rechter bij Rechtbank Gelderland en docent aan de Universiteit van Amsterdam om een reactie.

 

‘In deze zaak meent de belastingplichtige een belang te hebben bij vernietiging van de verliesvaststellingsbeschikking. Bij het opleggen van de definitieve aanslag heeft de inspecteur namelijk maar een deel van het door haar aangegeven verlies geaccepteerd. De definitieve aanslag is opgelegd na het verstrijken van de aanslagtermijn. Op het aanslagbiljet staat ook de (negatieve) belastbare winst vermeld. De belastingplichtige zag haar kans en beriep zich voor de rechter op verjaring van de aanslag. Vernietiging van de aanslag bracht volgens haar ook vernietiging van de – volgens haar fictieve – verliesbeschikking mee. Wat zij daarmee wilde bereiken, was vaststelling van het verlies op het door haar aangegeven en bij de voorlopige aanslag gevolgde bedrag. In hoger beroep kreeg zij voor wat betreft de (definitieve) aanslag gelijk. Maar de Hoge Raad oordeelt ook dat de verliesbeschikking niet het lot deelt van de aanslag.

 

Dat oordeel lijkt mij juist. De rechtszekerheid die is beoogd met de aanslagtermijn, is niet dezelfde rechtszekerheid als die is beoogd met de wettelijke regeling van verliesbeschikkingen. Bij de vaststelling van de aanslag gaat het er om dat men binnen een afzienbare tijd rechtszekerheid verkrijgt over de vaststelling van de belastingschuld. Het gaat er daarbij niet om dat ook zekerheid wordt verkregen over de vaststelling van aanspraken jegens de fiscus, zoals bij een verlies het geval is. Vaststelling van een verlies is bovendien niet onlosmakelijk verbonden met de vaststelling van een aanslag. Dat kan ook los van een aanslag. Blijft een aanslag uit en wil een belastingplichtige zekerheid over de omvang van een verlies, dan kan hij de inspecteur op de voet van artikel 4:1 Awb vragen om vaststelling daarvan. Blijft een beslissing uit, dan kan hij bezwaar maken tegen het uitblijven van die beslissing (art. 6:2 Awb) en eventueel daarna beroep instellen.’

 

Binnenkort is het uitgebreide commentaar van Elise Okhuizen te lezen in het NTFR. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.

Meer informatie: Hoge Raad 23 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:264

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Controleren vooringevulde aangifte blijft belangrijk
Volgende artikel
Rekenhulp revisierente beschikbaar

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×