Een Duitse buitenlandse belastingplichtige ontvangt geen hogere renteaftrek bij ontbreken betalingsbewijzen voor vermeerderde hypotheeklasten.
Een man uit Duitsland heeft als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige een aangifte IB/PVV over 2019 ingediend. Hij wil meer eigenwoningrente in aftrek brengen dan de inspecteur heeft toegestaan. De man bewoont een woning waarvan hij slechts voor 50% eigenaar is, de overige 50% is van zijn ex-partner. Hij beweert dat hij de volledige hypotheeklasten betaalt, zodat 50% van de hypotheekrente als partneralimentatie zou kunnen worden aangemerkt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant dient te beoordelen of de man recht heeft op hogere aftrek van eigenwoningrente dan de door de inspecteur toegestane € 3.407.
Bewijslast voor eigenwoningrente
De rechtbank oordeelt dat de man, op wie de bewijslast rust, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij jaarlijks meer rente heeft betaald dan de door de inspecteur geaccepteerde € 3.407. Hij heeft geen betalingsbewijzen overgelegd waaruit enige betaling volgt. Voor aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning gelden strenge eisen: kosten van verbetering en onderhoud worden slechts als eigenwoningschuld in aanmerking genomen voor zover de verbetering en het onderhoud met schriftelijke stukken worden onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep daarom ongegrond.
Wet: art. 3.119a, art. 3.120 en art. 3.123 Wet IB 2001
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6267, 24/5892 | NDFR





Geef een reactie