
Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeert de Tweede Kamer over de ramingstoelichting en certificeringsnotitie van het Centraal Planbureau voor de Wet tegenbewijsregeling box 3.
De budgettaire derving ligt voor de jaren 2023 t/m 2027 tussen de 27% en 36% van de geraamde opbrengst van box 3 volgens het overbruggingsstelsel zonder tegenbewijs. De derving wordt veroorzaakt door verschillende mechanismen. Ten eerste zijn de box 3-inkomsten in het basispad over deze periode flink gestegen; deze nemen toe tot € 8,2 miljard in 2027. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het vermogen en een stijging van het tarief en van de forfaits. Ten tweede is er veel spreiding in de rendementen zowel over de jaren als over belastingplichtigen.
Onzekerheid
De raming kent een aantal onzekerheden. Ten eerste is het voor toekomstige jaren onmogelijk om te voorspellen hoe de markten zich in de toekomst (gemiddeld) gaan ontwikkelen. Dat hangt onder andere af van (geo)politieke ontwikkelingen. Rendementen op vermogen vormen bovendien een van nature volatielere grondslag dan het vermogen zelf. Ten tweede zijn er geen microdata beschikbaar met gegevens van het werkelijke rendement van belastingplichtigen, omdat in het oude box 3-stelsel die gegevens niet relevant waren. Het simuleren van deze gegevens zorgt ook voor onzekerheid. Ten slotte is het onzeker hoeveel mensen daadwerkelijk tegenbewijs zullen indienen.
Geef een reactie