• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

De liquidatieverliesregeling

29 september 2015 door robbert verleun

De gedachte achter een deelneming is dat deze wordt gezien als een verlengstuk van de moedermaatschappij. Als de deelneming wordt geliquideerd is het niet meer mogelijk om de aanwezige verliezen te compenseren met eventuele positieve resultaten van de toekomst. Om hieraan tegemoet te komen is de liquidatieverliesregeling ontstaan. Door middel van deze regeling kan de houdster het liquidatieverlies van de deelneming ten laste brengen van de belastbare winst.

In beginsel vallen de resultaten uit een deelneming bij de moedermaatschappij onder de deelnemingsvrijstelling. Als een holding een deelneming liquideert en daarbij een verlies ontstaat, valt dit liquidatieverlies onder voorwaarden echter niet onder de deelnemingsvrijstelling. In de praktijk gaat het vaak om maatschappijen die al langer verliezen hebben geleden en dus een aanzienlijk bedrag aan te verrekenen verliezen hebben opgebouwd.

 

Voorwaarden voor aftrek

Om een liquidatieverlies in aanmerking te nemen, moet zijn voldaan aan een tweetal voorwaarden:

  • er moet sprake zijn van een deelneming;
  • de deelneming moet civielrechtelijk worden geliquideerd.

 

Omvang liquidatieverlies

Het in aanmerking te nemen liquidatieverlies wordt gesteld op het opgeofferde bedrag minus het totaal van de liquidatie-uitkeringen. Het opgeofferde bedrag is in beginsel de verkrijgingsprijs van de deelneming vermeerderd met eventuele kapitaalstortingen en verminderd met eventuele terugbetalingen van kapitaal. Dit bedrag moet worden vermeerderd met:

  • het op de afgewaardeerde vordering teruggenomen afwaarderingsverlies;
  • de vrijgevallen opwaarderingsreserve in verband met de omzetting van een afgewaardeerde vordering op de deelneming;
  • positieve voordelen uit hoofde van de deelneming die niet onder de deelnemingsvrijstelling vallen vanwege een aandelenfusie, splitsing of juridische fusie;
  • een negatief saldo van de positieve en de negatieve bedragen aan winst uit een andere staat dat is doorgeschoven naar een buitenlands lichaam; en
  • waardeveranderingen door een ‘earn-out’-regeling.

Als de deelneming binnen het concern is overgedragen en de deelneming vervolgens wordt ontbonden, wordt het opgeofferde bedrag beperkt. Het opgeofferde bedrag is in beginsel hoogstens gelijk aan het bedrag dat is betaald door de overdrager.

 

Liquidatie-uitkeringen

Normaal gesproken is de liquidatie-uitkering de slotuitkering die de moedermaatschappij krijgt van de deelneming. Om te voorkomen dat de maatschappijen de liquidatie-uitkering kunstmatig laag houden, moet men enkele correcties toepassen. Zo wordt het totaal van de liquidatie-uitkeringen op zijn minst gesteld op het bedrag aan positieve voordelen dat de moedermaatschappij met toepassing van de deelnemingsvrijstelling heeft genoten in:

  • het jaar waarin de ontbonden dochtermaatschappij haar onderneming (nagenoeg) geheel heeft gestaakt;
  • de vijf daaraan voorafgaande jaren;
  • de vijf daaropvolgende jaren; en
  • het zesde tot en met het tiende jaar voorafgaande aan het jaar waarin de onderneming is gestaakt, mits de deelneming in dat jaar een commercieel verlies leed.

 

Tijdstip

Het verlies kan pas in aanmerking worden genomen op het tijdstip waarop de vereffening van de dochtermaatschappij is voltooid. Daarnaast moet dan nog zijn voldaan aan de volgende drie voorwaarden:

  • Het recht op verliesverrekening is definitief verloren gegaan. In beginsel moet dit ook bekend zijn.
  • De onderneming van het ontbonden lichaam is geheel gestaakt of wordt (gedeeltelijk) voortgezet door een ander dan de holding of een verbonden lichaam. Deze omstandigheid moet bekend zijn.
  • De omvang van het liquidatieverlies is bekend.

 

Wet: artikel 13d wet Vpb 1969

Filed Under: Nieuws, Verdieping, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Hoge Raad doet verzoek prejudiciële vraag af met 81 RO
Volgende artikel
Wiebes stelt derde alternatief pensioen in eigen beheer voor

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

werknemersparticipatie

Kosten werknemers- en directieaandelen niet aftrekbaar

Kosten van aandelenplannen voor werknemers en directieleden zijn niet aftrekbaar op grond van artikel 10-1-j van de Wet Vpb, ook niet bij het vormen van voorzieningen.

valuta

KGS zero cost collar strategie

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of voor de toepassing van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb 1969 het resultaat op een valutatermijncontract en op optiecontracten die in het kader van een zogenoemde ‘zero cost collar strategie’ zijn aangegaan gesaldeerd kan worden.

Hoge Raad

HR vraagt informatie van derden in procedure over belastingrentepercentage vpb

De Hoge Raad behandelt een zaak over het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting en nodigt externe partijen uit om schriftelijk hun visie te geven. Dit gebeurt via de amicus curiae-procedure, die voor het eerst wordt toegepast in de belastingkamer van de Hoge Raad.

Hof: renteaftrekbeperking blijft van kracht bij vermoeden verbondenheid

Hof Amsterdam oordeelt dat een Nederlandse BV en haar Zwitserse schuldeiser als verbonden partijen moeten worden gezien. Vanwege deze verbondenheid valt de betaalde rente onder de aftrekbeperking van art. 10d Wet Vpb 1969 (oud), zodat de inspecteur de rentekosten terecht heeft gecorrigeerd.

huurwoningen

Huurbevriezing onzeker

Of de aangekondigde huurbevriezing per 1 juli 2025 doorgaat is onzeker. Van links tot rechts was er harde kritiek in de Tweede Kamer, zo bleek tijdens een Kamerdebat. Door de lagere huurinkomsten voor woningcorporaties gaan die minder nieuwe huurwoningen bouwen. ‘Populisme ten voeten uit: mooie beloften en je daarna niet verantwoordelijk voelen voor de chaos... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×