• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Defiscalisering in box 3 zolang vordering niet opeisbaar is

15 augustus 2014 door Giniraynha Poulina

Zolang een geldvordering op de langstlevende ouder niet opeisbaar is, behoren deze vordering en de daarmee corresponderende schulden niet tot de grondslag sparen en beleggen (dit heet defiscalisering). Pas vanaf het moment dat de vordering opeisbaar wordt, komt er een einde aan de defiscalisering.

In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant wilde een vrouw de geldvorderingen die haar stiefkinderen op haar hadden in aftrek brengen op haar vermogen in box 3. De erflater had namelijk vóór zijn overlijden in zijn testament opgenomen dat de helft van de geldvorderingen (€ 713.132) die zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk op zijn tweede vrouw hadden pas één jaar na zijn overlijden opeisbaar zouden worden. Het resterende gedeelte zou twee jaar na zijn overlijden opeisbaar worden. De inspecteur nam het standpunt in dat de geldvorderingen en de daarmee corresponderende schulden niet behoorden tot de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen in box 3 (de zogenoemde defiscalisering). De vorderingen en de daarmee corresponderende schulden waren op de peildatum immers niet opeisbaar. Het feit dat de vorderingen en schulden korte tijd later wel opeisbaar waren, leidde niet tot een ander oordeel. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat pas vanaf het moment dat de geldvordering opeisbaar wordt, de defiscalisering niet meer geldt. Dit was volgens de rechtbank ook in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever. Die had beoogd om degene die op de peildatum in economische zin kon beschikken over het nagelaten vermogen te betrekken in de rendementsheffing. In dit geval was het de vrouw die op de peildatum kon beschikken over het bedrag van € 713.132. Ze mocht de daarmee corresponderende schuld daarom niet in aftrek brengen op haar vermogen.

 

Wet: artikel 5.4, eerste lid Wet IB 2001

Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17 juli 2014 (gepubliceerd op 11 augustus 2014), ECLI:NL:RBZWB:2014:5022

Filed Under: Estate Planning, Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
‘Duitse’ pensionado’s vrezen gevolgen nieuw belastingverdrag
Volgende artikel
Automatische uitbreiding Servicebericht Aanslag

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

contant geld

Vernieuwing Wet op de consignatie van gelden

Minister Heinen informeert de Tweede Kamer over het voornemen om Wet op de consignatie van gelden (Wcg) te vernieuwen.

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Beslaglegging fiscus

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Erven en schenken

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Basiscursus Estate planning

PE-Pitstop Optimaliseren bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Opleidingen

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×