Uit de feiten blijkt dat de belanghebbende al op 7 mei bekend was met de uitspraak, terwijl de ingebrekestelling van 23 april stamt. Een eerdere ingebrekestelling is niet aannemelijk.
Een vrouw tekent bezwaar aan tegen een aanslag waterschapsbelasting en stelt de heffingsambtenaar in gebreke. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar op 15 mei 2020 ongegrond en wijst het verzoek om een dwangsom op 8 mei 2020 af. Het Waterschap ontvangt van de vrouw e-mailberichten op 7 april, 23 april en 7 mei 2020. De berichten van april hebben elk als bijlage een bezwaarschrift met een andere datum (23 januari 2020 respectievelijk 14 december 2019). Het bericht van 23 april bevat de ingebrekestelling. In het bericht van 7 mei 2020 reageert de vrouw op de afwijzing van haar bezwaar met de uitspraak op bezwaar als bijlage.
Rechtbank Amsterdam heeft het beroep tegen het niet toekennen van een dwangsom afgewezen (uitspraak niet gepubliceerd).
Terecht geen dwangsom toegekend
Hof Amsterdam gaat eerst in op de stelling dat de mondelinge behandeling moet worden uitgesteld omdat de aangetekend verzonden uitnodiging nooit is ontvangen. Uit track & trace van PostNL blijkt dat er voor ontvangst is getekend, zodat de – al twee keer uitgestelde – zitting gewoon kan doorgaan (zonder de vrouw en haar gemachtigde, die beide in Portugal zijn). Het maakt niet uit dat de gemachtigde stelt dat de bezorger van PostNL zelf voor ontvangst heeft getekend. Er is terecht geen dwangsom toegekend omdat de heffingsambtenaar binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling op het bezwaar heeft beslist. Uit de feiten blijkt dat de vrouw al op 7 mei bekend was met de uitspraak, terwijl de ingebrekestelling van 23 april stamt. De vrouw heeft kopieën van zeven enveloppen met op stempels gelijkende afdrukken ingebracht om een eerdere ingebrekestelling te onderbouwen, maar er bestaan twijfels over de echtheid hiervan. Of de enveloppen al dan niet echt zijn, maakt echter niet uit. De heffingsambtenaar ontkent ontvangst, en de ingebrekestelling is ook niet aangetekend verstuurd. Bovendien zegt een kopie van een enveloppe niets over de inhoud.
Wet: art. 2:14 lid 1 Awb, art. 4:17 Awb en art. 7:14 Awb
Bron: Hof Amsterdam 11 mei 2023 (gepubliceerd 24 mei 2023), ECLI:NL:GHAMS:2023:1140, 21/01666
Geef een reactie