• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Uitgelicht: Belastingplan 2021

Eerst verlies lijden, dan pas beschikking opeisen

10 december 2019 door Remco Latour Leave a Comment

Wie per saldo een positief inkomen uit werk en woning geniet, kan niet van de inspecteur verlangen dat hij een verliesvaststellingsbeschikking opstelt. Laat staan dat die belastingplichtige een dwangsom vordert vanwege het uitblijven van een verliesverrekening.

Verlies uit onderneming

Soms zit het een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) niet mee en behaalt hij een negatieve winst uit onderneming, oftewel een verlies. De Belastingdienst accepteert geen hoger bedrag aan ondernemingsverlies over een bepaald jaar dan het verlies uit werk en woning van dat jaar. De eerste verrekening vindt dus plaats met eventueel positieve inkomens uit hetzelfde jaar binnen box 1. Bij de berekening van een verlies uit werk en woning laat de fiscus overigens een eventueel te conserveren inkomen buiten beschouwing.

Achterwaartse en voorwaartse verliesverrekening

Een verlies uit werk en woning uit een bepaald kalenderjaar is te verrekenen met het positieve inkomen uit werk en woning van de drie voorafgaande jaren jaar. Dit noemt men achterwaartse verliesverrekening of ‘carry back’.  Een resterend bedrag aan verlies is te verrekenen met de positieve inkomens uit werk en woning van de negen daaropvolgende kalenderjaren. Verliesverrekening vindt plaats in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan en de inkomens zijn genoten. Voor zover een verlies uit een bepaald jaar niet is verrekend met de positieve inkomens van de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren, verdampt het.

Gemoedsbezwaarde

Wie als gemoedsbezwaarde ontheffing heeft gekregen van de sociale verzekeringsplicht, kan verzoeken om een langere periode van carry back. In dat geval bedraagt de periode van achterwaartse verliesverrekening acht in plaats van drie jaar. Deze regel is ook toe te passen op ondernemingsverliezen die zijn toe te rekenen aan kosten en lasten van schade als gevolg van risico’s die vergelijkbare, niet-gemoedsbezwaarde ondernemers doorgaans verzekeren. 

Verliesvaststellingsbeschikking

De inspecteur moet het bedrag van een verlies uit werk en woning vaststellen in een beschikking. Daarbij moet hij ook aangeven in welke mate het gaat om een ondernemingsverlies. Men kan in bezwaar en beroep gaan tegen een verliesvaststellingsbeschikking. Als de Belastingdienst vermoedt dat het verlies op een te hoog bedrag is gesteld, is de verliesvaststellingsbeschikking te herzien.

Verliesverrekeningsbeschikking

Als het komt tot een verliesverrekening, moet de inspecteur deze verrekening eveneens opnemen in een beschikking. Ook deze beschikking staat open voor bezwaar en beroep, zij het dat rechtsmiddelen alleen open staan tegen de vaststelling van het verlies. Als geen belasting is verschuldigd, kan men ook in bezwaar en beroep gaan tegen het verrekende bedrag in een beschikking waarin een voorwaartse verliesverrekening is vastgesteld.

Terecht geen beschikking afgegeven

Zonder verliesvaststellingsbeschikking komt men niet toe aan een verliesverrekeningsbeschikking. En voor een verliesvaststellingsbeschikking is weer een verlies nodig. In een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden meende een man dat de inspecteur ten onrechte geen verliesvaststellingsbeschikking had opgesteld. Ook vorderde hij een dwangsom vanwege het uitblijven van verliesverrekening. Het hof oordeelde dat geen objectieve voordeelsverwachting bestond ten aanzien van de verliesgevende activiteit van de man. Daardoor kwalificeerde de activiteit niet als een bron van inkomen. Evenmin was sprake van een ondernemingsverlies. Maar zelfs als wel sprake zou zijn van een ondernemingsactiviteit, dan nog zou de inspecteur geen verliesvaststellingsbeschikking hoeven opstellen. De man genoot namelijk ook inkomsten uit vroegere dienstbetrekking. Daardoor was zijn inkomen uit werk en woning per saldo positief.

Wet: art. 3.148, 3.149, 3.150, 3.151, 3.152 en 3.153 Wet IB 2001

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2019 (gepubliceerd 6 december 2019), ECLI:NL:GHARL:2019:10314, 18/01213

Vorige artikel
Vooraankondiging arresten 13 december 2019
Volgende artikel
Zuivere saldolijfrente? Informeer uw cliënt tijdig!

Filed Under: Nieuws, Verdieping, Verdieping, Winst uit onderneming

Reader Interactions

Recente berichten

Belastingdienst gebonden aan niet-ingetrokken VAR-wuo

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een voor het jaar 2015 afgegeven verklaring arbeidsrelatie zelfstandigen- winst uit onderneming zelfstandige betekenis heeft.

groen investeren; winst

Eerste Kamer stemt in met Nationaal Groeifonds

De Eerste Kamer heeft 12 januari 2021 ingestemd met het wetsvoorstel voor een Nationaal Groeifonds.

Drie maanden meer tijd voor inbreng met terugwerkende kracht

Als de vijftienmaandstermijn voor de geruisloze inbreng in de bv is verstreken in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020, heeft een verlenging van deze termijn met drie maanden plaatsgevonden.

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vanaf 2021

Met de kleinschaligheids-investeringsaftrek heeft de wetgever beoogd investeren door ondernemers in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren.

Aftrekuitsluiting criminele kosten geen dubbele bestraffing

Als de aftrekuitsluiting van criminele kosten al een element van bestraffing in zich heeft, blijft de niet-punitieve strekking overheersen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Masterclass vastgoedfinanciering

Online cursus transformatie van vastgoed

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Masterclass Vastgoedfaciliteiten

Recent nieuws

steunpakket ondernemers

‘Geen gevolgen voor getroffen ouders, heel nieuw toeslagensysteem’

Opeenstapeling van zelfde wrakingsverzoeken is misbruik

Bij gering zakelijk gebruik auto geldt grens van 10%

Belastingdienst gebonden aan niet-ingetrokken VAR-wuo

Aanscherping fraudemaatregelen wegens signalen misbruik TVL

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×