• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Estate planning
    • Tax Technology
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials

Geen kwijtscheldingswinstvrijstelling voor goed renderend bedrijf

8 oktober 2014 door Giniraynha Poulina

Ondernemingen die met korte termijn betalingsproblemen kampen, komen zelden in aanmerking voor toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling is immers alleen mogelijk als de geldlening oninbaar is.

Zowel de rechtbank als het hof was van oordeel dat dit niet aan de orde was in de volgende zaak. De schuldeiser in kwestie had in het kader van een vaststellingsovereenkomst aangeboden genoegen te nemen met een betaling ineens van € 1.900.000 tegen finale kwijting. Het resterende bedrag van € 827.474 werd kwijtgescholden. De schuldenaar deed een beroep op de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Maar dat was tevergeefs. Het hof was het met de inspecteur eens dat hier geen sprake was van een niet voor verwezenlijking vatbaar recht. Zie in dit kader ook het artikel ‘Kwijtscheldingswinstvrijstelling alleen in noodlijdende situatie’. De bank van de schuldenaar was namelijk bereid het bedrag van € 1.900.000 te financieren, omdat bij haar blijkbaar voldoende vertrouwen bestond dat de rente en aflossing verzekerd zou zijn voor de lening. Volgens het hof mocht de inspecteur ervan uitgaan dat deze betalingscapaciteit verder reikte dan de aangegane lening van € 1.900.000. Het was dan aan de schuldeiser om te bewijzen dat pogingen tot inning of verhaal van de vordering vruchteloos zouden blijven. Hij wist noch het hof, noch de Hoge Raad te overtuigen. Het bedrag van € 827.474 viel dus niet onder de kwijtscheldingswinstvrijstelling, maar maakte deel uit van de belastbare winst van de schuldenaar.

 

Wet: artikel 3.13 Wet IB 2001

Hof Amsterdam, 20 maart 2013 (gepubliceerd op 4 juli 2013), ECLI:NL:GHAMS:2013:1810

Meer informatie: Hoge Raad, 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2878

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Winst uit onderneming

Reageer
Vorige artikel
Ontvanger bepaalt zelf wie hij aansprakelijk stelt
Volgende artikel
Besluit aanspraken medisch specialisten op transitiefonds

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

duurzaamheidseisen bedrijven bij steun

Raad voor de rechtspraak wil verduidelijking bij handhaving wetsvoorstel duurzaam ondernemen

Volgens de Raad voor de rechtspraak is de handhaving in het initiatiefwetsvoorstel duurzaam internationaal ondernemen te onduidelijk.

vermogensaanwasbelasting

Tweede hypotheek bewijst niet dat vordering oninbaar is

Hoewel een tweede recht van hypotheek minder zekerheid biedt dan het eerste recht, is daarmee nog niet gezegd dat de onderliggende vordering niet inbaar is.

nob commentaar invorderingsrente

Rekenrente van minimaal 4% niet in strijd met artikel 1 EP EVRM

Bij de waardering van pensioenverplichtingen moet een rekenrente van ten minste 4% in aanmerking worden genomen. Dit is niet in strijd met artikel 1 EP EVRM.

fossiele subsidies

In voorjaar meer transparantie over fossiele subsidies

Het kabinet werkt aan het afbouwen van fiscale regelingen die impact hebben op het fossiele energiegebruik. Staatssecretaris Van Rijen minister Jetten geven antwoord op vragen over het afbouwpad van fossiele subsidies.

loonheffing

Geef voor 31 maart 2023 WBSO-uren door

Ondernemers die WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) hebben aangevraagd en een S&O-verklaring hebben ontvangen moeten jaarlijks uiterlijk op 31 maart de gerealiseerde S&O-uren en eventuele gemaakte kosten en/of uitgaven aan doorgeven aan RVO. Dit heet ‘de mededeling van de realisatie’.

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Verliesverrekening

Stoomcursus Tax Accounting

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Steward-ownership

Online cursus Verliesverrekening

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×