• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Geen ontkomen aan earn-out regeling

14 februari 2013 door Marieke Jansen

Wanneer bij verkoop van een deelneming een koopsom wordt overeengekomen die bestaat uit termijnen die in aantal of omvang niet vaststaan, is sprake van een ‘earn-out’ regeling. De Hoge Raad oordeelde dat dit niet anders is als voor het totaalbedrag van de termijnen een minimum- en maximumbedrag is vastgesteld.

Als een vennootschap een deelneming verkoopt, kan zij overeenkomen met de koper dat deze de koopsom in termijnen betaalt. Staat in het jaar van de vervreemding of verkrijging het aantal of de omvang van de termijnen nog niet vast, dan is volgens de Wet vpb (huidig artikel 13, lid 6) sprake van een ‘earn-out’. Dit heeft tot gevolg dat de waardeveranderingen van het recht op de termijnen dan onder de deelnemingsvrijstelling vallen bij de verkoper. Een waardeverandering die ontstaat door oprenting valt hier ook onder.

 

De earn-out regeling is ook van toepassing als (een gedeelte van) de koopsom bestaat uit termijnen die in aantal of omvang niet vaststaan, maar waarbij voor het totaalbedrag van de termijnen een minimum- en maximumbedrag is overeengekomen. Het aantal termijnen of de omvang daarvan staat dan nog steeds niet vast. Dit oordeelde de Hoge Raad in een zaak die werd aangespannen door een partij die haar deelneming verkocht. Het was in dit geval namelijk onzeker wanneer het minimumbedrag van de gehele koopprijs werd uitbetaald en het totaal van de termijnen kon ook hoger uitvallen. De oprentingslast waarmee de verkoper de nabetalingsverplichting uiteindelijk nog ophoogde kon dan ook niet in aftrek van de belastbare winst worden gebracht.

 

Wet: artikel 13, lid 1 tweede volzin Wet vpb (tekst 2006)

Meer informatie: Bron: Hoge Raad 8 februari 2013, LJN BZ0731

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Melding betalingsonmacht niet vereist bij beroep op onschuld
Volgende artikel
Eis van mantelzorgcompliment niet discriminerend

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

valuta

Standpunt afdekkingsinstrument en verwachte uitkering bij waarde deelneming nihil

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of een positieve beschikking op grond van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb 1969 afgegeven kan worden in de situatie waarin een uitkering wordt verwacht van een deelneming die een andere functionele valuta hanteert dan de belastingplichtige en de waarde van de deelneming niet meer dan nihil bedraagt.... lees verder

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×