Fiscale constructies om twee keer belastingvrij te kunnen schenken worden niet gehonoreerd. Dit meldt staatssecretaris Snel als antwoord op Kamervragen.
Het bericht in De Telegraaf van 8 februari 2019 met als kop ‘Rijke ouders omzeilen belasting met truc’ trok de nodige aandacht. In het blad Arts&Auto stond een oproep aan mensen die hun kinderen al een ‘jubelton’ hebben geschonken en dat graag nogmaals willen doen.
De staatssecretaris laat echter weten dat In een dergelijk geval het beroep op de vrijstelling niet gehonoreerd zal worden. Volgens Snel heeft zijn voorganger dit eerder aan de Tweede Kamer aangegeven tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2014 en het Belastingplan 20162. Hij acht het gebruik van kruislingse schenkingen om de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning voor een tweede maal te verkrijgen ongewenst en de toepassing van de vrijstelling in een dergelijk geval in strijd met de letter en geest van de Successiewet 1956.
Derdenbeding
Bij de invoering van de tijdelijke verruiming van de vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 bestond al aandacht voor het mogelijk ontstaan van fiscale constructies om daarmee de vrijstelling meer dan één keer toe te passen. Zoals in de parlementaire stukken is aangegeven, zal de Belastingdienst bij constatering van kruislingse schenkingen de schenkingen beschouwen als schenkingen van de ouder(s) aan het eigen kind met als consequentie dat er schenkbelasting bij het kind wordt geheven, indien het kind al eerder een beroep heeft gedaan op een verhoogde vrijstelling schenkbelasting wegens een schenking van dezelfde ouder(s). Ook als er wordt verkregen door middel van een derdenbeding is de verkrijging belast. De ene ouder heeft immers de verkrijging van de andere ouder bedongen ten behoeve van het eigen kind.
Nadere voorwaarden
In de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting zijn nadere voorwaarden gesteld voor de toepassing van de verhoogde vrijstelling voor een schenking ten behoeve van de eigen woning. Een van deze voorwaarden is dat de schenking onvoorwaardelijk wordt gedaan. Op het moment dat de ene ouder met de andere ouder overeenkomt dat hij diens kind een schenking doet onder voorwaarde dat deze ouder ook zijn kind een schenking doet, is deze niet onvoorwaardelijk en is de schenkvrijstelling ook om die reden niet van toepassing.
Of notarissen actief aan kruislingse schenkingen met het oog op toepassing van de verhoogde vrijstelling schenkbelasting meewerken is zowel bij Snel als de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie niet bekend. De staatssecretaris ziet geen aanleiding voor wijzigingen in de wetgeving.
Meer informatie: Beantwoording Kamervragen advertentie toepassing schenkvrijstelling eigen woning, 11 maart 2019
Geef een reactie