• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

HR: Lijfrentepremie verlaagt Zvw-bijdrage-inkomen niet

7 februari 2022 door Remco Latour

De Hoge Raad verwerpt de stelling dat een lijfrentepremie ten laste van de stakingswinst in mindering komt op het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet.

Een firmant had in 2016 € 70.000 aan stakingswinst omgezet in een stakingslijfrente en uitgaven voor inkomensvoorzieningen in de IB-sfeer afgetrokken. In de onderhavige aanslag Zvw 2016 was met die aftrek geen rekening gehouden. Volgens Rechtbank Gelderland was dat terecht. In cassatie stelt de firmant dat men een stakingslijfrente in het kader van de Zvw op dezelfde wijze moet behandelen als het in arrest van de Hoge Raad van 23 november 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2175). In de desbetreffende zaak was de lijfrentepremie ten laste van de FOR gekomen. Zie voor meer informatie over dit arrest NTFR 2018/2732 en ‘In lijfrente omgezette oudedagsreserve moet uit Zvw’. Advocaat-generaal Wattel heeft geconcludeerd dat Zvw-verzekerden met een lijfrentepolis dubbel worden belast vergeleken met andere Zvw-verzekerden. Zie ook NTFR 2022/31 en ‘A-G: Zvw-bijdrage-inkomen ook verlagen met lijfrentepremie’.

Doel gelijke behandeling

De Hoge Raad volgt een andere redenering. In het arrest waarnaar de firmant verwijst, is als volgt geoordeeld. De wetgever heeft gevallen waarin een ondernemer een oudedagsvoorziening opbouwt via fiscaal aftrekbare FOR-dotaties of premies voor een verplichte pensioenregeling hetzelfde willen behandelen als gevallen waarin een belastingplichtige in dienstbetrekking een oudedagsvoorziening opbouwt. In beide gevallen staat de wetgever immers toe dat wat men reserveert voor de oudedagsvoorziening, niet meetelt als inkomen voor de Zvw. Vervolgens heeft de Hoge Raad overwogen dat de FOR volledig tot zijn recht komt als men het opgebouwde bedrag aanwendt voor premies voor een oudedagsvoorziening.

Stel: geen vermindering van bijdrage-inkomen

Maar die strekking wordt daaraan onthouden als de ten laste van de FOR betaalde lijfrentepremie voor de beoogde oudedagsvoorziening voor de Zvw niet in mindering zou komen op het bijdrage-inkomen, waarin de opheffing van die FOR is begrepen. Op basis daarvan heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het niet kunnen aftrekken van die lijfrentepremie op het bijdrage-inkomen zou leiden tot een resultaat dat de wetgever niet kan hebben beoogd. Dit resultaat zou immers de door de wetgever beoogde gelijke behandeling ongedaan maken. Daarom moet art. 43 Zvw in zoverre buiten toepassing blijven.

Wetsgeschiedenis

In de wetsgeschiedenis zijn geen aanknopingspunten te vinden om aan te nemen dat de wetgever het geval van de firmant op dezelfde wijze heeft willen behandelen als de hiervoor genoemde gevallen. Uit de wetsgeschiedenis volgt eerder dat de wetgever zo’n gelijke behandeling niet heeft gewild. Dit is niet in strijd met het verdragsrechtelijke discriminatieverbod. Uit de wetsgeschiedenis van de Zvw blijkt dat de wetgever uitdrukkelijk ervan heeft afgezien om in die wet voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage rekening te houden met draagkrachtverminderende factoren. Dat had te maken met redenen van uitvoerbaarheid van die wetgeving. Deze redenen missen geen redelijke grond. Ook overigens is de wetgever binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid gebleven, aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de firmant dan ook ongegrond.

Verdrag: art. 26 BUPO en art. 14 EVRM

Wet: art. 43, tweede lid Zvw

Bron: Hoge Raad 4 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:43, 21/01274

Online cursus Polislezen en fiscale behandeling lijfrenten, stamrechten en kapitaalverzekeringen

Polislezen is een kunst apart. Tijdens deze masterclass krijgt u concrete polissen voorgelegd en maken de docenten u wegwijs in de bijzondere opmaak van deze contracten. Uiteraard gaan zij ook in op de aan een levensverzekeringspolis klevende fiscale inhoud.

Meer informatie en aanmelden

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
FNV eist handhaving wet DBA
Volgende artikel
Hoge proceskostenvergoeding vanwege honderden aanslagen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Beslaglegging fiscus

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.

massaal bezwaar plus procedure 2017 tot en met 2020

Mededeling standpunt toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan partieel buitenlandse belastingplichtige

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH hebben aan het standpunt over de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan een partieel buitenlandse belastingplichtige een mededeling toegevoegd ten aanzien de toepassing van het beleid uit het standpunt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×