• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

HvJ: Forfaitaire heffing onbekende beleggingsopbrengst ongeoorloofd

15 oktober 2014 door Jelle Berghuis

De Belastingdienst mag niet zomaar een forfaitair dividendrendement heffen van Nederlanders met een aanmerkelijk belang in buitenlandse beleggingsinstellingen. Het vrije kapitaalverkeer wordt hierdoor belemmerd, zo blijkt uit uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Van Caster en Van Caster.

In de zaak werd de prejudiciële vraag gesteld of de forfaitaire belasting van opbrengsten uit zogenoemde ‘niet-transparante’ (binnenlandse en) buitenlandse beleggingsfondsen krachtens het Investmentsteuergesetz (Duitse wet inzake belasting op beleggingen) in strijd is met het vrije kapitaalverkeer.

 

Het Hof kwam tot de volgende conclusie:

‘Een wettelijke regeling van een lidstaat, waarvan het gecombineerde effect is dat de opbrengsten voor ingezetenen van die lidstaat uit buitenlandse beleggingsfondsen, indien de verplichtingen van transparantie en tot informatieverstrekking uit hoofde van die wet niet zijn nagekomen, aan een forfaitaire belasting worden onderworpen in plaats van aan een belasting op basis van werkelijke of geschatte waarden, een bij artikel 63 VWEU verboden beperking vormt van het vrije kapitaalverkeer en kan niet worden gerechtvaardigd door de noodzaak om een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten te handhaven of doeltreffende fiscale controles te verzekeren.’

Meer informatie: Zaak C‑326/12 Van Caster en van Caster vs. Finanzamt Essen-Süd

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
NOB blij met definitieve voorstel Vpb-plicht overheidsondernemingen
Volgende artikel
Onterechte vragen in formulier Aangifte IB voor overledene

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt correctie acute belastinglast uit pre-Pijler 2-verslagjaar

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een standpunt gepubliceerd over de verwerking van een belastingbate in verband met een aanpassing van de acute belastinglast over het verslagjaar 2021, zijnde een verslagjaar dat ligt voor de inwerkingtreding van de Wet minimumbelasting 2024.

malta

Werkelijke leiding Nederlandse adviseurs doorslaggevend voor vestigingsplaats

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat een vennootschap in Nederland belastingplichtig blijft als Nederlandse adviseurs kernbeslissingen nemen, ondanks formele zetelverplaatsing naar Malta. De statutaire bestuurder op Malta trad slechts uitvoerend op.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Standpunt uitlenen van gelden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. Het gaat om de vraag wat wordt verstaan onder ‘uitlenen van gelden die van derden zijn ingeleend’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel d, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Opleidingen

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×