• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Ierse group-reliefregeling staat liquidatieverliesneming niet in de weg

24 maart 2025 door Remco Latour

Mr. Fred van Horzen geeft zijn precommentaar op het arrest, waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat het benutten van de Ierse group-reliefregeling de aftrek van een liquidatieverlies niet in de weg hoeft te staan.

Een Nederlandse nv houdt alle aandelen in twee Ierse vennootschappen, een plc en een Ltd. In 2013 zijn de plc en de Ltd. geliquideerd en zijn hun vermogens vereffend. Bij de plc resteert een verlies, bij de Ltd. een overschot. De plc heeft tijdens haar bestaan gebruikgemaakt van de Ierse group-reliefregeling. Op basis hiervan heeft de plc € 115 miljoen van haar verliezen overgedragen aan Ierse groepsvennootschappen. Ten tijde van haar ontbinding beschikt de plc nog over € 110 miljoen aan niet-verrekende, in Ierland onverrekenbare verliezen. Het gezamenlijke liquidatieverlies van de plc en de Ltd. bedraagt € 202 miljoen. De nv heeft dit bedrag als liquidatieverlies afgetrokken. De Belastingdienst staat deze aftrek niet toe, maar in een beroepsprocedure stelt hof Den Haag de nv in het gelijk. Zie NTFR 2021/3771 en ‘Hof bevestigt liquidatieverlies aftrek na group relief’. Vervolgens gaat de staatssecretaris van Financiën in cassatie.

Toetsing op tegemoetkoming bij voltooiing vereffening

De Hoge Raad redeneert als volgt. De wetgever heeft aftrek van liquidatieverlies niet eerder willen toestaan dan op het moment waarop vaststaat dat de onverrekend gebleven verliezen van de ontbonden dochtervennootschap ook niet meer bij de belastingplichtige (de moedervennootschap) of een met haar verbonden lichaam voor verrekening of een andere fiscale tegemoetkoming in aanmerking is te nemen. De mogelijkheid van verliescompensatie moet voor het concern dus definitief verloren zijn gegaan. Bij deze benadering mag de fiscus de aftrek van een liquidatieverlies dus alleen weigeren zolang binnen het concern nog recht bestaat op enige fiscale tegemoetkoming voor de onverrekend gebleven verliezen van de ontbonden dochtervennootschap. De vraag is op welk moment men moet toetsen dat geen recht op enig tegemoetkoming bestaat. De Hoge Raad stelt dit toetsingstijdstip op het tijdstip waarop de vereffening van het ontbonden lichaam is voltooid.

Enigerlei tegemoetkoming

Onder ‘enigerlei tegemoetkoming’ vallen, anders dan de staatssecretaris betoogt, niet de tegemoetkomingen die zijn verkregen of hadden kunnen worden verkregen door toepassing van de Ierse group-reliefregeling voorafgaand aan het moment van liquidatie van de dochtervennootschap. De niet-tegemoetkomingseis strekt alleen ertoe het tijdstip van het definitief onverrekend blijven van verliezen nader te bepalen. Hoewel met deze wetsuitleg niet is uitgesloten dat in zekere zin ’dubbele verliesneming’ plaatsvindt, is een dergelijk resultaat inherent aan de vormgeving van de liquidatieverliesregeling. Dat heeft de wetgever welbewust aanvaard, aldus de Hoge Raad. Daarom verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond.

Commentaar mr. Fred van Horzen

Taxence vroeg mr. Fred van Horzen, Belastingadviseur bij KPMG Meijburg & Co, om een reactie.

In de praktijk is bijna met drie jaar met spanning uitgekeken naar dit arrest. A-G Wattel had in april 2022 geconcludeerd dat het liquidatieverlies op grond van artikel 13d, lid 9, onderdeel a, Wet Vpb 1969 niet in aftrek kon worden gebracht. Het feit dat door de deelneming geleden verliezen door tot het concern behorende Ierse vennootschappen konden worden benut uit hoofde van de Ierse group-reliefregeling betekende zijns inziens dat recht bestond op een tegemoetkoming bij de belastingheffing ter zake van de bij de deelneming onverrekend gebleven verliezen als bedoeld in artikel 13, lid 9, onderdeel a, Wet Vpb 1969, het huidige artikel 13d, lid 14, onderdeel a, Wet Vpb 1969.

Liquidatieverlies is aftrekbaar

Aan de hand van de wetsgeschiedenis komt de Hoge Raad echter tot het oordeel dat het liquidatieverlies aftrekbaar is. Volgens de Hoge Raad moet worden getoetst ten tijde van de liquidatie van de deelneming of recht bestaat op een tegemoetkoming voor de op dat moment bij de deelneming aanwezige, nog niet verrekende verliezen. Dat als gevolg van dat oordeel mogelijk sprake is van dubbele verliesverrekening vloeit volgens de Hoge Raad voort uit het door de wetgever gecreëerde systeem. Naar alle waarschijnlijkheid zal de wetgever naar aanleiding van dit arrest de liquidatieverliesregeling nog maar weer eens op de schop gaan nemen.

Binnenkort verschijnt het volledige commentaar van Fred van Horzen in NTFR.

Wet: art. 13d, veertiende lid Wet Vpb 1969

Bron: Hoge Raad 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:274, 24/01195

Stoomcursus Tax accounting

Tijdens deze stoomcursus kijken we met een fiscale bril naar de jaarrekening en bespreken we de verwerking van de fiscale positie in die jaarrekening. Daarbij inventariseren we de belangrijkste verschillen in de praktijk en kijken we onder andere ook naar de jaarrekening die op fiscale grondslagen is opgesteld. Aan de hand van casusposities wordt uitgelegd hoe de acute en latente belastinglast bepaald wordt, wanneer een latente belastingvordering kan worden opgenomen en hoe onzekere belastingposities in de praktijk worden vastgesteld en verwerkt. Tevens wordt aandacht besteed aan de aansluiting van het statutaire vennootschapsbelastingtarief naar het effectieve belastingtarief.

Meer informatie en aanmelden

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Geen omzetbelasting commerciële bijlesbureaus
Volgende artikel
Erfgenaam verbeurt aandeel door verzwijgen vordering

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Standpunt verzoek artikel 14b, derde lid, Wet Vpb 1969 nadat aanslag onherroepelijk vaststaat

De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft bij het standpunt over de vraag of er nog een verzoek op grond van artikel 14b, derde lid, Wet Vpb 1969 kan worden ingediend als de aanslagen van de verdwijner en verkrijger onherroepelijk vaststaan bovenaan een signalering opgenomen over de toepassing in een soortgelijke situatie van de hardheidsclausule van artikel 63 AWR.

woning-verkoop

Compromis over verkoop woning aan dga-zoon kan worden vernietigd wegens dwaling

De inspecteur mag het in de bezwaarfase gesloten compromis over de verkoop van een woning en garage aan de zoon van de dga vernietigen op grond van dwaling, omdat is uitgegaan van onjuiste informatie over de woonoppervlakte. Winstcorrecties voor een onzakelijke verkoopprijs en huur zijn daarom terecht toegepast.

extra handels barrieres nederlandse ondernemers buitenland

Standpunt kwalificatie Vietnamese Cộng ty trách nhiệm hữu hạn

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord met welke Nederlandse rechtsvorm een Vietnamese cộng ty trách nhiệm hữu hạn (officiële Engelse vertaling: limited liability company) vergelijkbaar is.

nob commentaar invorderingsrente

Besluit Earningsstrippingmaatregel 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft een beleidsbesluit gepubliceerd met het beleid voor de earningsstrippingmaatregel die is opgenomen in afdeling 2.9a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Standpunt bekostigingseis onderwijsvrijstelling

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord of bepaalde gelden die door een stichting worden ontvangen, kunnen worden aangemerkt als bekostiging uit publieke middelen als bedoeld in artikel 6b, eerste lid, onderdeel b, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Fiscale AI-dag

Verdiepende AI training voor de fiscale praktijk

Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Online cursus Internationale aspecten van Nederlandse belastingwetgeving

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Verdiepingscursus Tweetrapsmakingen opzetten en afwikkelen

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Verdiepingscursus Erven en schenken

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×