In box 3 is een ongewenst belastinglek ontstaan bij de aankoop van obligaties met zogeheten aangegroeide rente schrijft het ministerie van Financiën. Het kabinet neemt met een wetswijziging maatregelen om dit lek van circa € 100 miljoen in 2025 te dichten. De wetswijziging gaat in per 2026, met terugwerkende kracht tot en met 25 augustus 2025 om 16:00.
Het belastinglek heeft te maken met de manier waarop rente op obligaties wordt meegenomen in de berekeningen van het werkelijke rendement in de tegenbewijsregeling. Bij het kopen van een obligatie wordt de aankoopprijs inclusief een deel van de al opgebouwde rente meegenomen. Maar bij het berekenen van de waarde van de obligatie aan het einde of begin van het jaar, wordt juist gekeken naar de waarde zonder die meegekochte rente. Dit verschil in berekeningen zorgt ervoor dat iemand in het eerste jaar een verlies kan laten zien. Het volgende jaar kan hier een relatief hoge winst tegenover staan bij toepassing van de tegenbewijsregeling, maar een belastingplichtige kan dat jaar kiezen om het forfaitaire rendement toe te passen. Dit forfaitaire rendement vormt dan de bovengrens voor de belastingheffing ongeacht hoe hoog het werkelijke rendement dat jaar is. Hierdoor ontstaat een ongewenst belastinglek.
Oplossing
In box 3 geldt nu een vrijstelling voor kortlopende termijnen, zoals lopende rentetermijnen van een bankrekening, een spaarrekening of een obligatie. Een recht om bijvoorbeeld op 1 februari rente te ontvangen, heeft op de peildatum van 1 januari al een bepaalde waarde. Vanwege de vrijstelling voor kortlopende termijnen wordt er op 1 januari geen rekening te houden met deze waarde. Om het lek te dichten, wil het kabinet de vrijstelling voor kortlopende termijnen niet meer toepassen in de tegenbewijsregeling voor box 3. De aangegroeide rente van obligaties is dan niet meer vrijgesteld. Alleen voor banktegoeden blijft de vrijstelling voor kortlopende termijnen wel van toepassing, omdat dit bij banktegoeden geen belastingontwijkingsmogelijkheden geeft.
Daarnaast komt voor de tegenbewijsregeling ook de regel te vervallen die regelt dat obligaties en andere effecten met kortlopende termijnen worden gewaardeerd op de slotnotering op de laatste beursdag van het kalenderjaar. Deze notering is namelijk exclusief aangegroeide rente. Door deze regel te laten vervallen, moeten obligaties worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer.
De aanpassingen voor het dichten van het lek gelden alleen voor de tegenbewijsregeling en niet voor het bepalen van het forfaitaire rendement in box 3, omdat daar dit lek niet speelt.
Ingangsdatum
De voorgestelde wetswijziging zal worden opgenomen in het Belastingplan 2026. Dit wetsvoorstel wordt op Prinsjesdag ingediend bij de Tweede Kamer. De maatregelen gaan in per 2026, met terugwerkende kracht tot en met 25 augustus 2025 om 16:00. Voor vermogen dat op dat tijdstip al onderdeel is van het box 3-vermogen van een belastingplichtige blijft de oude systematiek gelden.
Bron: Ministerie van Financien, 25 augustus 2025
Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028
Box 3 blijft in beweging en daarmee ontstaan veel onzekerheden, en onduidelijkheden.
Voor belastingplichtigen ontstaat een gunstige keuze; toepassing herstelkader / overbruggingswet in jaren met een hoog rendement en toepassing werkelijk rendement in jaren met een laag rendement.
Hoe gaan we hier in de praktijk mee om? Complicaties bij het invullen van het Formulier OWR.
Wat moet je doen als adviseur voor je klanten? Wanneer is bezwaar zinvol? Hoe werkelijk rendement te berekenen? Voorkom dat je iets over het hoofd ziet, signaleer de pijnpunten. Volg nu de cursus box 3 met de nadruk op de tegenbewijsregeling met een doorkijk naar 2028.




Geef een reactie