• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Kenmerken familiebedrijf beïnvloeden waarde onderneming

3 juli 2018 door Remco Latour

Mr. Mischa Gerardu-Houben zal in het komende nummer van het Vakblad FamilieZaken ingaan op de fiscale waardering van familiebedrijven. Hier wordt alvast een tipje van de sluier opgelicht.

De Successiewet stelt dat men de waarde van een onderneming moet berekenen onder de veronderstelling dat deze onderneming wordt voortgezet, tenzij de liquidatiewaarde hoger is. Gaat het om een familiebedrijf, dan wil de inspecteur volgens Gerardu nog weleens extra aandacht besteden aan de waardering. Ook zal de fiscus bij bedrijfsopvolgingen binnen de familiesfeer de zakelijkheid van de overdrachtsprijs en -voorwaarden toetsen. Wanneer de fiscale belangen substantieel zijn, kan de inspecteur een beroep doen op het Business Valuation Team (BVT). In dat geval vindt een toetsing van de voorgelegde waardebepaling plaats aan de hand van de Discounted Cashflow (DCF) methode. De fiscus houdt dan rekening met de toekomstige geldstromen in het bedrijf.

 

Andere belangen bij waardering

Natuurlijk is de Belastingdienst niet de enige partij die belang heeft bij een correcte waardering van het familiebedrijf. Ook erfgenamen zullen willen weten wat het familiebedrijf waard is. Dit geldt ook, zo niet sterker, als de desbetreffende erfgenaam zelf niet actief is in de onderneming. In zo’n geval zal de erfgenaam vaak erfbelasting moeten betalen omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Gerardu legt uit dat in het geval de onderneming (voor een deel) is gevestigd in het buitenland, men weer de waardering van het familiebedrijf vanuit een andere invalshoek moet bekijken. Zij raadt aan een waarderingsmethodiek te kiezen die leidt tot de meest objectieve waardering van het bedrijf. Zo doet men recht aan de belangen van alle wettelijke erfgenamen, ongeacht of ze werkzaam zijn binnen het familiebedrijf.

 

Waardering naar huidige situatie

Bij de intrinsieke waardemethode en de liquidatiemethode gaat men vooral uit van het eigen vermogen van de onderneming door te kijken naar de werkelijke waarde van de activa en passiva op de balans. Deze methoden houden geen rekening met de toekomstige winstverwachting. Geradu vindt methoden die de toekomstige winstverwachting buiten beschouwing laten minder geschikt, omdat een familiebedrijf juist is gericht op voortzetting van de onderneming.

 

Kapitalisatiefactor

Men kan ook tot een waarde komen door de gemiddelde winst over de afgelopen boekjaren te vermenigvuldigen met een kapitalisatiefactor. Maar Gerardu vindt deze methode evenmin geschikt voor de waardering van familiebedrijven. De uitkomst van deze methode wordt sterk beïnvloed door de hoogte van de kapitalisatiefactor. Daarnaast werken winstschommelingen in de boekjaren die ten grondslag liggen aan de berekening sterk door in de uiteindelijke waarde.

 

Onafhankelijke methode

Binnen een familie waarbij één kind het bedrijf voorzet en de andere kinderen niet actief zijn in de onderneming, kunnen de beschreven waarderingsverschillen zorgen voor een onaangename verstoring van de familieverhoudingen. Daarom bepleit Gerardu een meer onafhankelijke waarderingsmethode.

 

Discounted Cash-flow methode (DCF)

De Discounted Cashflow-methode (DCF) is meer onafhankelijk dan de eerder behandelde methoden. Bij de DCF-methode worden allerlei factoren meegewogen die relevant zijn voor het toekomstig rendement van de onderneming. Zo moet men de toekomstige vrije kasstromen in de onderneming meenemen. Deze vrije kasstromen zijn alle inkomende en uitgaande kasstromen gedurende een periode waarbij men bijvoorbeeld ook rekening houdt met investeringen die noodzakelijk zijn om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen. Gerardu vindt daarom de DCF-methode geschikter voor de waardering van familiebedrijven. Een correcte waardering volgens de DCF-methode vraagt wel de nodige specialistische kennis.

 

Positieve invloed kenmerken familiebedrijf op marktwaarde

Veel familiebedrijven vertonen de volgende kenmerken, die een positieve invloed hebben op de marktwaarde van het bedrijf:

  • de ondernemers gaan vaak niet voor de maximale winst, maar voor het voortbestaan van de onderneming. Daardoor is de continuïteit en stabiliteit van familiebedrijven vaak hoger dan bij andere bedrijven;
  • de loyaliteit van de ondernemers naar het personeel is groot. Dit leidt vaak tot betrokken personeel en een grote klantenbinding;
  • financiering met eigen vermogen. Deze financieringen hebben in het algemeen minder strikte voorwaarden en zijn ten opzichte van de financiering met vreemd vermogen gunstig wanneer de condities van de lening zachter zijn. Ook hier spelen de familiebanden en de loyaliteit naar het bedrijf een rol. Wel wil de inspecteur nogal eens extra aandacht besteden aan deze financieringen;
  • hoogopgeleide nieuwe generatie bedrijfsopvolgers. Juist in familiebedrijven is het namelijk van belang om afspraken schriftelijk vast te leggen. Zo voorkomt men dat verstoringen in de relationele sfeer in de toekomst (te) veel invloed hebben op het bedrijf.

 

Negatieve invloed kenmerken familiebedrijf op marktwaarde

De positieve aspecten van familiebedrijven hebben soms ook een keerzijde. Aspecten die de waarde van het familiebedrijf ten nadele beïnvloeden zijn:

  • de financiering met eigen vermogen kan leiden tot een beperking van de groei omdat de familie huiverig is om vreemd vermogen aan te trekken;
  • de afhankelijkheid van het familiebedrijf van een beperkt aantal familieleden. Daardoor bestaat de bedrijfswaarde voor een groot deel uit persoonlijke goodwill die alleen onder specifieke voorwaarden te gelde valt te maken.

Gerardu meent dat deze negatieve effecten zijn te beperken door tijdig (verschillende) professionele adviseurs in te schakelen.

 

Wet: artt. 21, dertiende lid en 35c SW 1956

 

Wilt u zelf het artikel van mr. Gerardu-Houben lezen, maar bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een proefabonnement op het Vakblad FamilieZaken.

Filed Under: Estate Planning, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Btw-aftrek voor WK bekijken geen schot voor open doel
Volgende artikel
Overgang woning bij staking duurder

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

contant geld

Vernieuwing Wet op de consignatie van gelden

Minister Heinen informeert de Tweede Kamer over het voornemen om Wet op de consignatie van gelden (Wcg) te vernieuwen.

Onderzoek legitieme portie in het erfrecht

40% van de Nederlanders is in alle gevallen vóór het behoud van de legitieme portie. Staatssecretaris Rutte stuurt de Tweede Kamer het rapport 'Draagvlak voor de legitieme portie' van het Wetenschappelijk Onderzoek – en Datacentrum (WODC).

NOW concernregeling

Derde nota van wijziging wetsvoorstel Belastingplan 2026

Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2026.

gift aan stichting

Standpunt periodieke gift waarbij slechts een termijn is uitgevoerd

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of het tussentijds niet nakomen van de verplichtingen op grond van de schenkingsovereenkomst tussen de belastingplichtige en een ANBI of vereniging gevolgen heeft voor de genoten periodieke giftenaftrek over al voldane termijnen.

Tax Talks

Bedrijfsopvolgingsregeling vanaf 2026 ingrijpend aangepast

De bedrijfsopvolgingsregeling ondergaat per 1 januari 2026 ingrijpende wijzigingen. De bezitseis verlengt voor oudere ondernemers, herstructureringen worden versoepeld, maar de BOR wordt beperkt tot gewone aandelen van minimaal 5 procent—mits goedgekeurd door Brussel. Voor fiscale professionals en ondernemers zijn rechtzetting van planning en administratieve voorbereiding nu essentieel.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Verdiepingscursus Internationale estate planning

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Specialisatieopleiding Estate Planning

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×