• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Opgelopen vordering op maat was onzakelijke lening

20 september 2016 door Marieke Jansen

Bij het laten oplopen van een vordering op de zoon in een familiefirma was volgens de Hoge Raad vanwege de persoonlijke verhouding een debiteurenrisico aanvaard dat een onafhankelijke derde niet had genomen. Het kwijtscheldingsverlies en de afwaardering kon daarom niet ten laste van de winst uit de maatschap komen.

In deze zaak ging het om een echtpaar en hun zoon die in maatschapsverband een tuinbouwbedrijf uitoefenden. Gedurende een aantal jaren nam de zoon geld op bij de maatschap ter financiering van privé-uitgaven. Aangezien deze opnames zijn winstaandeel overschreden, ontstond een debetstand op zijn kapitaalrekening van € 334.152. Het echtpaar schold de zoon vervolgens € 134.152 kwijt en ter zake daarvan bracht de vader het bedrag van zijn aandeel in de kwijtschelding ten laste van de winst. Zijn aandeel in de resterende vordering waardeerde hij af ten laste van de winst naar een bedrag van € 50.000. De inspecteur corrigeerde echter zowel het kwijtscheldingsverlies als de afwaardering. Eerder oordeelde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat deze correctie terecht was, omdat het echtpaar bij het laten oplopen van de vordering tot boven € 100.000 onzakelijk had gehandeld door voor het bedrag dat daar bovenuit steeg een risico te aanvaarden dat een zakelijk handelende derde niet had genomen. De Hoge Raad was het met het hof eens dat de vader dit risico had aanvaard op grond van persoonlijke betrekkingen met zijn zoon. Er was geen sprake van een bijzondere omstandigheid die dit oordeel veranderde. De zoon vervulde een belangrijke rol binnen de onderneming en opeisen van de lening kon de voortzetting van de maatschap in gevaar brengen. Dit was echter volgens het hof van onvoldoende betekenis om daarmee tot de conclusie te komen dat een zakelijk handelende derde het debiteurenrisico zou hebben aanvaard. De Hoge Raad sloot zich daarbij aan.

Wet: artikel 3.8 Wet IB 2001

Meer informatie: Hoge Raad 16 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2079

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Nederlands-Duits besluit strandt op rechtszekerheidsbeginsel
Volgende artikel
Gebruik ANPR-beelden door fiscus toelaatbaar

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

erfenis BOR artikel 30 SW

KGS onbelast dividend na vererving aanmerkelijkbelangaandelen

De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of artikel 4.12a Wet IB 2001 van toepassing is, nadat artikel 4.17b Wet IB 2001 is toegepast.

onderzoek naar verlieslatende bedrijven

Verkrijgingsprijs niet verhoogd door verrekening vorderingen zakenpartner

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de verkrijgingsprijs van aandelen niet kan worden verhoogd met vorderingen op de verkoper die volgens eigen zeggen zijn verrekend, als dit niet voldoende wordt bewezen.

speciaal vignet voor grensarbeiders; coronacrisis

KGS Verdrag NL-BEL, Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap onder het belastingverdrag Nederland – België uit 2001.

KGS toepassing geruisloze doorschuiving na geruisloze terugkeer uit bv

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van geruisloze doorschuiving ex artikel 3.63 Wet IB 2001 na een terugkeer uit de BV door de overnemer.

KGS creditering materieel verschuldigde belasting bij geruisloze omzetting

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt ingenomen over de vraag in hoeverre het betalen van een voorlopige aanslag de creditering van materieel verschuldigde belasting bij geruisloze omzetting beïnvloedt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen en kwijtschelden van vorderingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×