Staatssecretaris Heijnen informeert de Eerste Kamer over de voortgang rond de aanbeveling van het Benelux Parlement betreffende grensoverschrijdend telewerk voor grenswerkers in de regio’s nabij België en Duitsland.
Aanleiding zijn vervolgvragen van diverse fracties over het Nederlandse beleid en de samenwerking met buurlanden bij grensoverschrijdend thuiswerken. De Benelux Unie heeft deze zomer een eerste conceptreactie gedeeld, waarop de Benelux-lidstaten hun input konden leveren. Nederland heeft van deze gelegenheid gebruikgemaakt en wacht nu op verdere verwerking van alle reacties door het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie. Wanneer het gezamenlijke definitieve Benelux-standpunt gereed zal zijn, is nog onzeker; er is nog geen duidelijke tijdsplanning, zowel vanuit België als vanuit Luxemburg.
Met België vinden er regelmatig constructieve gesprekken plaats op ambtelijk niveau, maar tot op heden heeft dit nog niet geleid tot formele afspraken. De besprekingen zijn vertrouwelijk, waardoor de staatssecretaris niet inhoudelijk verder in kan gaan op de standpunten van de andere landen. Ten aanzien van Duitsland is het kabinet positiever: het goedkeuringsproces rond het wijzigingsprotocol met Duitsland is bijna afgerond. De verwachting is dat het protocol kort na het verkiezingsreces ter goedkeuring aan het parlement wordt aangeboden en – mits stilzwijgend aanvaard – dat de formele uitwisseling van bekrachtigingsakten tussen Nederland en Duitsland voor eind november plaatsvindt. Dit betekent dat de gewenste wijzigingen vanaf 1 januari 2026 daadwerkelijk van kracht kunnen worden.
Geef een reactie