• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Pas afroommethode als geen ‘comparable’ is gevonden

26 januari 2016 door Giniraynha Poulina

Het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder moet in eerste instantie worden berekend volgens de vergelijkingsmethode. Pas als dat loon niet gevonden wordt, komt de afroommethode in beeld. Zo heeft Hof Amsterdam beslist.

In geschil was of de fiscus het door een dga genoten loon had mogen corrigeren met toepassing van de afroommethode. Het hof verwierp de stelling van de inspecteur dat bij het vaststellen van het dga-loon de vergelijkingsmethode kan worden toegepast, maar dat ook kan worden gekozen voor de afroommethode. Uit de formulering en strekking van artikel 12a van de Wet LB 1964 volgt dat allereerst gezocht moet worden naar het loon dat betaald zou worden door een werkgever voor vergelijkbare arbeid die wordt verricht door een werknemer die geen aanmerkelijkbelanghouder is (de ‘comparable’). De afroommethode komt pas in beeld als geen (voldoende) gegevens zijn over het gebruikelijk loon in een soortgelijke dienstbetrekking. Bij toepassing van de vergelijkingsmethode was de ‘comparable’ in dit geval een senior jurist met een salaris van € 82.181. Nu het door de dga in 2012 genoten brutoloon van € 62.503 hoger was dan het gebruikelijk loon van € 42.000 en verder niet in belangrijke mate afweek van het salaris van de ‘comparable’, had de inspecteur het dga-loon ten onrechte met toepassing van de gebruikelijk-loonregeling gecorrigeerd.

 

Wet: artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964

Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 12 januari 2016 (gepubliceerd op 20 januari 2016), ECLI:NL:GHAMS:2016:72

Filed Under: BV & DGA, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Geen urencriterium niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek bij overlijden
Volgende artikel
Kostenvergoeding bij compromis: Vertrouwen is (niet) goed, vastleggen is beter

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

vastgoed-fonds

Onzakelijk hoge rente op aandeelhoudersleningen leidt tot dividendbelasting

Rechtbank Noord-Holland stelt dat de aandeelhoudersleningen zakelijk zijn, maar dat een rente van 10% op aandeelhoudersleningen voor vastgoedbeleggingen onzakelijk hoog is. De rechtbank stelt dat 4,25% rente zakelijk is en het meerdere als verkapte dividenduitkering wordt belast. De opgelegde vergrijpboetes worden vernietigd omdat niet overtuigend is aangetoond dat sprake is van opzet of grove schuld bij de bv.

Standpunt loon meestverdienende werknemer in het kader van gebruikelijkloonregeling

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over het loon van de meestverdienende werknemer in het kader van gebruikelijkloonregeling.

vastgoed

Huurprijs boven markthuur leidt tot uitdeling via optierecht

Een bestuurder ontvangt een onzakelijke huur en optie, wat de rechtbank ziet als een uitdeling.

dga-salaris

Gebruikelijkloonregeling van toepassing bij dga die administratieve werkzaamheden verricht

De rechtbank oordeelt dat de dga administratieve werkzaamheden voor zijn bv’s heeft verricht en daarom onder de gebruikelijkloonregeling valt. De aanslag inkomstenbelasting 2018 is terecht vastgesteld.

KGS toepassing geruisloze doorschuiving na geruisloze terugkeer uit bv

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van geruisloze doorschuiving ex artikel 3.63 Wet IB 2001 na een terugkeer uit de BV door de overnemer.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus DGA-advisering

Masterclass (excessief) lenen van en aan de BV

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

AGENDA

Online cursus Afwikkeling van overnameregelingen in firmacontract en statuten

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×