Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer zijn reacties op moties ingediend bij het tweeminutendebat Nationale fiscaliteit en amendementen ingediend op de Fiscale verzamelwet 2026.
De eerste behandelde motie betreft het verzoek om de zogenoemde buffelboete ongedaan te maken. De Kamer heeft de regering gevraagd met een voorstel te komen voorafgaand aan de Algemene Financiële Beschouwingen om deze heffing ongedaan te maken. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is eveneens een motie van vergelijkbare strekking aangenomen, waarin de regering gevraagd wordt om een overzicht van de oorzaken en opties voor herstel te presenteren. Omdat de uitvoering daarvan al is toegezegd, acht het kabinet deze motie overbodig.
Klimaatdoelen
De volgende motie vraagt de regering om ruim voor de Algemene Financiële Beschouwingen met aanvullend fiscaal beleid te komen om de klimaatdoelen alsnog te halen. Het kabinet wijst erop dat hierover reeds verschillende rapporten, analyses en beleidsbrieven beschikbaar zijn, waaronder het IBO Scherpe doelen, scherpe keuzes en het Bouwstenenrapport. Daarnaast komen in het Belastingplan 2026 enkele fiscale klimaatmaatregelen terug die eerder zijn afgesproken zoals de normering van de zakelijke markt voor fossiele personenauto’s via de loonbelasting. Omdat de inzet vooral ligt op het uitvoeren van bestaande maatregelen en het verbeteren van randvoorwaarden voor verduurzaming, ontraadt het kabinet deze motie.
Fiscale Verzamelwet 2026
Wat betreft de amendementen op de Fiscale verzamelwet 2026, zijn er drie wijzigingen van bijzonder belang. Ten eerste een amendement dat het tarief voor voordelen uit lucratieve belangen in box 2 verhoogt via een multiplier, waardoor het tarief effectief op het niveau van box 3 komt. Het kabinet merkt op dat deze wijziging reeds in het Belastingplan 2026 is opgenomen en de budgettaire opbrengst verwerkt is in de begroting. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat het amendement niet als dekking voor andere uitgaven kan dienen, en daarom wordt het ontraden.
Een ander amendement regelt een verlaging van de overdrachtsbelasting naar 6 procent voor woningen die niet als hoofdverblijf dienen, gefinancierd door het niet-herinvoeren van de rode-dieselregeling. Het kabinet stelt hier dat de betreffende middelen reeds gebruikt zijn voor verlenging van de verlaging van de accijns op brandstof en dat de vorm van dekking indruist tegen de begrotingsregels. Daarom wordt ook dit amendement afgeraden.
Bron: Kamerbrief nr. 2025-0000451568, Ministerie van Financiën, 22 september 2025



Geef een reactie