• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Schoonmaakcarrousel

1 november 2016 door Tanja Verstelle

Hof Den Haag heeft volgens de Hoge Raad in 2015 ten onrechte niet bekeken of een bedrijf wist of had moeten weten dat het deelnam aan een omzetbelastingfraude.

Het bedrijf maakte voor schoonmaakwerkzaamheden op bouwplaatsen gebruik van onderaannemers en uitzendbureaus. Deze dienstverleners factureerden aan het bedrijf inclusief btw. Zelf bracht het bedrijf geen omzetbelasting in rekening bij de opdrachtgevers omdat het ervan uitging dat de verleggingsregeling moest worden toegepast. De inspecteur had in 2010 het bedrijf vragen gesteld en een boekenonderzoek verricht. Vervolgens had hij de btw in aftrek toegelaten. In 2011 besloot de inspecteur na te heffen en legde daarbij een boete op vanwege grove schuld. Hof Den Haag kende een beroep op het vertrouwensbeginsel toe en vernietigde ook de boete. Volgens de Hoge Raad ging de inspecteur terecht in cassatie. In de Italmoda zaak was immers beslist dat geen beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gedaan als een ondernemer wist of had behoren te weten dat hij deel uitmaakte van een omzetbelastingfraude. Dat had het hof onvoldoende onderzocht. De Hoge Raad verwees de zaak naar Hof Amsterdam.

Wet: artikel 15 Wet OB 1968

Meer informatie: Hoge Raad 28 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2430

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Formeel belastingrecht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Collectief pensioen of individueel beleggen?
Volgende artikel
Multilateraal instrument BEPS in ontwikkeling

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

luxemburg

Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de informatiebeschikking terecht heeft opgelegd voor de jaren 2008-2014. Voor de jaren 2015-2018 vervalt de beschikking omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd. De man moet alsnog binnen zes weken de gevraagde informatie over Luxemburgse bankrekeningen verstrekken.

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

Hof moet ontvankelijkheid hoger beroep aftrek zorgkosten partner opnieuw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het hoger beroep van een vrouw ten onrechte heeft afgewezen wegens het ontbreken van een volmacht. Het hof moet opnieuw onderzoeken of de vrouw zelf hoger beroep mocht instellen tegen de aanslag van haar ex-echtgenoot.

contant geld

Negatieve kas en contante stortingen rechtvaardigen navordering en boeten

Het Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen en vergrijpboeten heeft opgelegd aan een ondernemer met negatieve kasstanden en contante stortingen zonder bekende herkomst over 2011 en 2012. De man deed niet de vereiste aangiften en de bewijslast mag worden omgekeerd. Wel ontvangt hij 4.000 euro immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×