• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials

Toekomst box 3 heffing

2 augustus 2016 door Rachida Lachhab Leave a Comment

Dat de box 3 heffing in de praktijk als onrechtvaardig wordt ervaren is inmiddels een feit. Desondanks weigert de rechter in te grijpen. Zo heeft de Hoge Raad onlangs wederom over een zaak in 2011 besloten dat de vermogensrendementsheffing van box 3 niet in strijd is met Europese regels. Vanuit de politiek lijkt er wel hard gewerkt te worden aan een rechtvaardigere box 3 heffing.

In het belastingplan 2016 is aangekondigd dat vanaf 1 januari 2017 de vermogensrendementsheffing beter aan zal sluiten bij de werkelijk behaalde rendementen op het vermogen in box 3. Ondanks dat dit een verbetering lijkt ten opzichte van de huidige situatie, zullen toch niet de werkelijk behaalde rendementen van de belastingplichtige worden belast. Dat is volgens de regering vooralsnog te moeilijk uitvoerbaar en te eenvoudig te ontwijken. Wel belooft de regering periodiek, in 2020 voor het eerst en daarna elke 5 jaar, te bezien of kan worden overgestapt naar het belasten van werkelijk behaalde rendementen. Tot dan blijft de box 3 heffing voor individuele belastingplichtigen een forfaitaire heffing.

 

Vermogensmix en twee rendementen

Met dit nieuwe systeem wordt aangesloten bij de in de voorafgaande jaren gemiddeld door belastingbetalers in de markt behaalde rendementen. Hiervoor zullen drie schijven worden opgenomen, met in iedere schijf een andere vermogensmix. Naarmate vermogens hoger worden, blijkt namelijk het aandeel beleggingen toe te nemen. Deze vermogensmix wordt gebaseerd op de informatie uit alle ingediende belastingaangiften bij de belastingdienst.

 

Het belastbaar vermogen in box 3 wordt in 2017 als volgt berekend. Het vermogen wordt verdeeld over drie schijven, namelijk: € 0 tot € 100.000, € 100.000 tot € 1 miljoen en meer dan € 1 miljoen. In de eerste schijf wordt het vermogen verdeeld op basis van een vermogensmix van 67% spaargeld en 33% beleggingsdeel. In de tweede schijf is het aandeel spaargeld 21% en 79% beleggingsdeel en  in de derde schijf 0% spaargeld en 100% beleggingsdeel. Het heffingsvrij vermogen (in 2017 € 25.000) wordt verrekend in de eerste schijf. Het voordeel uit sparen en beleggen op spaargeld is voor 2017 vastgesteld op 1,63% en op beleggingen 5,5%. Het belastingtarief van 30% blijft gehandhaafd, ongeacht de vermogenstitel of de omvang van het vermogen.

 

Voorbeeld

Stel het box 3-vermogen bedraagt € 120.000. Het heffingsvrij vermogen bedraagt € 25.000. In het nieuwe systeem kan de te betalen box 3 heffing als volgt worden berekend:

Eerst wordt de grondslag toegerekend aan de schijven. Eerste schijf: € 100.000, tweede schijf € 20.000. In de eerste schijf komt het heffingsvrijevermogen in aftrek. In de eerste schijf wordt daarom € 75.000 verdeeld over sparen en beleggen. In de tweede schijf wordt € 20.000 verdeeld.

 

Spaardeel

Eerste schijf:                  67% van € 75.000 = € 50.250

Tweede schijf:                21% van € 20.000 = € 4.200

Totaal spaardeel:                                           € 54.450

 

Rendement spaardeel: 1,63% x €54.450 = € 888

 

Beleggingsdeel

Eerste schijf:                  33% van € 75.000 = € 24.750

Tweede schijf:                79% van € 20.000 = € 15.800

Totaal beleggingsdeel:                                   € 40.550

 

Rendement beleggingsdeel: 5,5% x €40.550 = € 2230

 

Totaal rendement: € 888 + € 2230 = € 3118

Box 3 heffing: 30% x € 3118 = € 935

 

In het huidige systeem met een vast forfaitair rendement van 4% wordt de box 3 heffing  als volgt berekend:

 

Rendementsgrondslag                   €  120.000

Heffingsvrij vermogen                   € 21.330 –

Grondslag sparen en beleggen       € 98.670

 

Voordeel sparen en beleggen 4% x € 98.670 = € 3946

Box 3 heffing:  30% x € 4146 = € 1184

 

Aan de hand van het bovenstaande voorbeeld lijkt er met dit wetsvoorstel enigszins een verbetering op te treden voor spaarders en beleggers. Het is nu nog afwachten of dit wetsvoorstel daadwerkelijk wet wordt per 1 januari 2017.

Meer informatie: Belastingplan 2016

Vorige artikel
Besluit over loonheffingen geactualiseerd
Volgende artikel
Vervreemdingsvoordeel door afzien van aandelenoptierecht

Filed Under: Financiële planning, Nieuws, Verdieping

Reader Interactions

Recente berichten

Geldsteekproef kan geschikt bewijs zijn

Hof Den Bosch oordeelt dat de belastingdienst de juistheid van uitgaven van een vennootschap mag controleren met toepassing van een geldsteekproef.

Nieuwe btw-regels voor e-commerce in zicht

Webshopeigenaren die te maken hebben met e-commerce, kunnen een grote verandering verwachten. Vanaf 1 juli 2021 moeten zij btw moet afdragen in andere EU-lidstaten als de omzet van hun afstandsverkopen en digitale diensten aan consumenten uit andere EU-lidstaten de grens van € 10.000 per jaar overschrijdt. Met het nieuwe One-Shop-Stop-systeem kunnen zij de verschuldigde buitenlandse btw aangeven.

NOB-reactie internetconsultatie Wet toekomst pensioenen

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft een reactie uitgebracht op de internetconsultatie van de Wet toekomst pensioenen.

Lijfrente

Antwoorden Kamervragen saldolijfrenten

Staatssecretaris Vijlbrief heeft de Kamervragen over het aflopen van het overgangsrecht voor saldolijfrenten beantwoord.

Verklaring en bankafschrift bewijzen gepinde gift wel

Voor donateurs die per pinbetaling een gift doen is het raadzaam om naast een verklaring van de algemeen nut bogende instelling een bankafschrift te hebben.

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Masterclass actualiteiten vermogensstructurering

Online cursus fiscaal agrarische actualiteiten

Masterclass Polislezen en fiscale behandeling lijfrenten, stamrechten en kapitaalverzekeringen

PE-Pitstop fonds voor gemene rekening

Online cursus fiscaal agrarische actualiteiten

Recent nieuws

Online aangifte schenk- en erfbelasting vanaf 1 maart mogelijk

Meer geld voor vaste lasten ondernemers

Gebruik wilsafhankelijk materiaal irrelevant voor boete

Geen geruisloze inbreng in bv voor verhuurde onderneming

Rechtbank homologeert eerste akkoord onder de WHOA

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×