• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Toelichting niet instellen beroep in cassatie over naheffen van loonbelasting bij UWV

10 december 2024 door Anne-Marie Noordenbos

rekening courant schuld

De staatssecretaris van Financiën licht het niet instellen van beroep in cassatie over het naheffen van loonbelasting bij het UWV toe.

Het Hof is van oordeel dat belanghebbende de ten onrechte niet door het UWV ingehouden loonbelasting mag verrekenen met de aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2019 en 2020.

Het Hof heeft aansluiting gezocht bij het arrest HR 22 juli 1981, ECLI:NL:HR:1981:AW9782. Daarin heeft de Hoge Raad geoordeeld dat onder ‘inhouding’ moet worden verstaan het van het brutobedrag van het loon afzonderen van de later op aangifte af te dragen loonbelasting. In die procedure was een nettoloon overeengekomen in die zin dat de werkgever zich had verplicht de loonbelasting voor zijn rekening te nemen. Dan vindt naar het oordeel van de Hoge Raad de inhouding plaats doordat de werkgever uit eigen middelen een bedrag afzondert voor de later af te dragen loonbelasting. De Hoge Raad is in het arrest van 22 juli 1981 van oordeel dat het geval dat de werkgever niet voldoet aan zijn verplichting tot inhouding van loonbelasting en de werknemer te dien aanzien te goeder trouw is, in zoverre moet worden gelijkgesteld met de gevallen waarin werkelijk loonbelasting is ingehouden. De – in feite niet ingehouden – loonbelasting mag dan toch worden verrekend met de aanslag in de ib/pvv, aldus de Hoge Raad. In deze situatie is het brutobedrag van de uitkering uitbetaald en is daarop geen bedrag afgezonderd van later op aangifte af te dragen loonbelasting.

Gelet op die omstandigheid is de staatssecretaris er niet van overtuigd dat de door het Hof gegeven uitleg van het voornoemde arrest juist is, aangezien de situatie van belanghebbende in zijn optiek niet gelijkgesteld kan worden met de gevallen waarin werkelijk loonbelasting is ingehouden. Daarnaast meent hij dat de toepassing van het evenredigheidsbeginsel in casu niet meebrengt dat de aanslagen in de ib/pvv voor de jaren 2019 en 2020 dienen te worden vernietigd. Het UWV had geen loonbelasting ingehouden en in de ingediende aangiften was dus geen bedrag aan te verrekenen loonbelasting opgenomen. De inspecteur heeft de aanslagen overeenkomstig de aangiften opgelegd. Nu geen sprake was van ingehouden loonbelasting die verrekenbaar was met de verschuldigde ib/pvv heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslagen in de ib/pvv terecht gehandhaafd; zie de uitspraak van het Hof van 9 november 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3887 en de uitspraak van het Hof van 17 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1064.

Het tegen laatstgenoemde uitspraak door de betreffende belanghebbende ingestelde beroep in cassatie is door de Hoge Raad bij arrest van 26 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:99 ongegrond verklaard. Het evenredigheidsbeginsel kan er niet toe leiden dat de rechtsregel dat niet ingehouden loonheffing niet kan worden verrekend met de te betalen inkomstenbelasting terzijde wordt geschoven. Om proceseconomische redenen geeft de staatssecretaris er echter de voorkeur aan om te berusten in de beslissing van het Hof. De inspecteur heeft namelijk aangegeven dat de ten onrechte niet ingehouden loonbelasting alsnog bij het UWV zal worden nageheven. De inspecteur zal in voorkomende situaties zich ervan vergewissen in hoeverre het evenredigheidsbeginsel een bepaalde handelwijze meebrengt, waarbij de belangen van alle betrokkenen in de beschouwingen worden meegenomen.

Bron: Toelichting van 18 november 2024, nr. 2024-0000508234, bij het niet instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 september 2024, nrs. 23/00808 en 23/00809.

Filed Under: Arbeid & loon, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Voorlopige bedragen AOW-franchises, AOW-bedragen en maximum pensioengevend loon per 1 januari 2025
Volgende artikel
Wijziging besluit van 24 november 2020, nr. 2020-167584, Omzetbelasting. Aftrek van omzetbelasting

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Ontslag; vergoeding; Belastingdient

Wettelijke rente over terugbetaalde ontslagvergoeding is negatief loon

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wettelijke rente die de man moet betalen bij de terugbetaling van een ontslagvergoeding kwalificeert als negatief loon. De proceskostenvergoeding die hij aan zijn werkgever betaalt, hoort daar niet bij. Ook kan hij de ingehouden loonheffing niet in 2015 verrekenen.

renseigneringsverplichting

CNV wil fiscaal aantrekkelijke regeling voor scholing

Het kabinet moet snel inzetten op een fiscaal aantrekkelijke regeling voor scholing, nu er duizenden banen op de tocht staan, zo dringt CNV aan.

30%-regeling

Kabinet wil 30%-regeling nu niet verder versoberen

Het kabinet acht het, gelet op stabiliteit van het fiscale beleid en het vestigingsklimaat, niet passend om binnen de demissionaire status nu een wetsvoorstel in te dienen voor verdere versobering van de 30%-regeling.

binnenhof renovatie schijnzelfstandigheid

Geen meldingen van schijnzelfstandigheid bij renovatie Binnenhof bij RVB

Minister Keijzer reageert op Kamervragen over signalen van mogelijke schijnzelfstandigheid bij de renovatie van het Binnenhof.

Beoordeling ‘substantieel werk’ bij grensarbeid strikt op 25%-norm

De Hoge Raad oordeelt dat bij grensarbeid alleen arbeidstijd en/of loon meetellen voor de 25%-norm om te bepalen of iemand substantieel in de woonstaat werkt. Andere omstandigheden mogen niet meewegen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus introductie participatieregelingen en lucratieve belangen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×