• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Vast bedrag KIA voor alle vennoten samen

25 april 2019 door Remco Latour

Als een vof zoveel investeert dat de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek volgens de bijbehorende tabel in de wet tot een vast bedrag leidt, moeten de vennoten dit bedrag onderling verdelen.

Een ondernemer probeerde in een zaak voor Hof Den Haag de berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) wel erg in zijn voordeel uit te leggen. Samen met zijn broer dreef hij een vof die in 2016 bijna € 120.000 had geïnvesteerd. Volgens de tabel in de wet was de KIA in zo’n geval gelijk aan een vast bedrag minus 7,56% van het bedrag waarmee de investering een bepaalde grens (€ 103.748 in 2016) overschreed. De ondernemer stelt dat men het laatstgenoemde begrip investering moet opvatten als de investering van de ondernemer zelf. Doordat maar de helft van de totale investering aan hem is toe te rekenen, overtreft zijn investering de grens niet en kan hij de maximale KIA claimen. Maar zelfs als dit te ver zou gaan, meent de man dat hij recht heeft op het vaste bedrag minus de helft van de vermindering. Hij motiveert zijn standpunt door te verwijzen naar een andere zaak voor Hof Den Bosch. Zie ook: ‘Fiscus hanteert verkeerde berekening KIA bij maatschap’.

 

Uitleg hof

Maar Hof Den Haag ziet geen reden om de ondernemer in het gelijk te stellen. De zaak waarnaar hij verwijst, gaat ook over buitenvennootschappelijk vermogen, dat hier niet aan de orde is. Bovendien constateert het hof dat de uitleg van de ondernemer in strijd is met het doel van de wet: voorkomen dat een andere samenwerkingsvorm leidt tot een hogere KIA. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht is uitgegaan van de KIA over het totale investeringsbedrag. Pas na deze berekening vindt de verdeling onder de vennoten plaats.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  

 

Wet: art. 3.41, tweede lid Wet IB 2001

Meer informatie: Gerechtshof Den Haag 3 april 2019 (gepubliceerd 19 april 2019), ECLI:NL:GHDHA:2018:7196

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws, Winst uit onderneming

Reageer
Vorige artikel
Beleid vernieuwde rulingpraktijk
Volgende artikel
Ook revisierente bij onvoordelige afkoop

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

voorlopige aanslag 2021

Voorlopige aanslagen 2026: betaal ná de dagtekening

In december 2025 ontvangen klanten mogelijk de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2026 of andere aanslagen, met een dagtekening in januari 2026. De Belastingdienst wijst erop deze aanslagen pas ná de dagtekening te betalen. Bij eerdere betaling kan de Belastingdienst de bedragen terugstorten. Ook adviseert de Belastingdienst de gegevens van de voorlopige aanslag van klanten goed te... lees verder

online jaarrekening elektronisch handelsregister

Besluit inwerkingtreding artikel XXXA Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer

Artikel XXXA van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

tax talks

Nieuwe regels voor beoordeling arbeidsrelaties

Vanaf 2026 treedt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) in werking. Het introduceert duidelijke criteria voor werkrelaties, maakt extern ondernemerschap een volwaardig criterium en beëindigt het handhavingsmoratorium. Fiscalisten en ondernemers moeten zich voorbereiden op strengere toetsing door de Belastingdienst.

doorschuiffaciliteit open cv

Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Opleidingen

Stoomcursus Tax accounting

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Masterclass Bedrijfswaardering

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×