
Verhuur van tijdelijke (short stay) woonruimte aan particulieren voor drie tot vijf maanden wordt aangemerkt als btw-belaste prestatie. Daardoor heeft de verhuurder recht op aftrek van voorbelasting, ook bij een meer woonachtige setting.
Een bv koopt en transformeert een kantoorgebouw tot 52 appartementen. Hiervan verhuurt zij 24 gemeubileerde appartementen voor een periode van drie of vijf maanden, vaak aan huurders die in een noodsituatie zitten of wachten op definitieve huisvesting. De contracten noemen expliciet een tijdelijk verblijf en beperken de duur. In deze verhuur zijn energie, internet en een volledig inventarislijst inbegrepen. Vervolgens verhuurt de bv dezelfde appartementen langdurig (long stay), onder andere voorwaarden. De bv vraagt om teruggave van voorbelasting, die de inspecteur weigert. In geschil is of sprake is van btw-belaste short stay-verhuur of van btw-vrijgestelde reguliere woningverhuur.
Btw-belaste short stay-verhuur en aftrek voorbelasting
Het hof sluit in zijn oordeel aan bij het Europese Btw-recht en het Blasi-arrest van het HvJ EU. De kern: kortstondige, volledig gemeubileerde verhuur waarbij de huurder geen zorg heeft over inventaris en voorzieningen, concurreert met hotel- en vakantieverhuur en is daarom niet vrijgesteld van btw. De duur van drie tot vijf maanden kwalificeert als kort verblijf. Dat sommige huurders zich via het BRP inschrijven en het verblijf niet altijd toeristisch is, maakt het oordeel niet anders. Centraal staat de aard van de prestatie: deze tijdelijke verhuur – inclusief meubilair, nutsvoorzieningen en diensten – trekt net als hotels tijdelijke bewoners. De bv heeft daardoor recht op aftrek van voorbelasting over het short stay-deel van haar transactie.
Het hof onderstreept dat de daaropvolgende langdurige verhuur van de appartementen een ander fiscaal lot kan hebben, maar laat die beoordeling in deze procedure buiten beschouwing. Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.
Wet: art. 11, lid 1, onderdeel b Wet OB 1968
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-07-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:4111, 23/2683 & 23/2684 | NDFR
Geef een reactie