Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wettelijke rente die de man moet betalen bij de terugbetaling van een ontslagvergoeding kwalificeert als negatief loon. De proceskostenvergoeding die hij aan zijn werkgever betaalt, hoort daar niet bij. Ook kan hij de ingehouden loonheffing niet in 2015 verrekenen.
Een man ontvangt in 2007 via zijn stamrecht-bv een ontslagvergoeding van € 750.000. Na een jarenlange juridische procedure vernietigt hof Den Haag in 2013 de eerdere uitspraak en moet de man de ontslagvergoeding terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente, proceskosten en een bedrag aan te veel ontvangen nettoloon. De werkgever verrekent in 2013 een openstaande loonvordering met een deel van de schulden van de man. In 2015 betaalt de man uiteindelijk € 698.136 aan zijn voormalige werkgever. In zijn aangifte over 2015 verwerkt hij dit bedrag als negatief loon. De inspecteur corrigeert dit volledig. In hoger beroep bestrijden partijen nog de aftrekbaarheid van de wettelijke rente, de proceskostenvergoeding, de verrekening van loonheffing en de vraag welke schulden in box 3 meetellen.
Wettelijke rente vormt negatief loon
Het hof stelt vast dat de terugbetaling van het ten onrechte ontvangen nettoloon terecht als negatief loon geldt. Vervolgens oordeelt het dat in dit geval ook de wettelijke rente negatief loon vormt. De rente vertegenwoordigt volgens het hof spiegelbeeldig hetzelfde rendement als verwerkt zit in de toekomstige stamrechtuitkeringen, die zelf als loon worden belast. Omdat deze elementen onlosmakelijk met elkaar samenhangen, kwalificeert de rente in dit bijzondere geval als negatief loon. De proceskostenvergoeding valt daarentegen niet onder negatief loon, omdat die niet rechtstreeks voortvloeit uit de dienstbetrekking maar uit het voeren van een procedure.
Geen verrekening loonheffing en aanpassing box 3
De in 2013 ingehouden loonheffing is terecht niet verrekend in 2015. Het loon is namelijk in 2013 genoten via verrekening, zodat de heffing aan dat jaar is verbonden. Van dubbele inhouding is geen sprake. Voor box 3 geldt dat de schuld die samenhangt met de terugbetaling van nettoloon en wettelijke rente op grond van de rangorderegeling niet meetelt. De resterende schuld verlaagt de rendementsgrondslag wel.
Wet: art. 2.14 en art. 3.81 Wet IB 2001; art. 10 Wet LB 1964
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-11-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:7373, 24/1463 | NDFR





Geef een reactie