• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Wijziging renseigneringsbepaling artikelen 22 en 22a UBIB 2001

15 juli 2024 door Anne-Marie Noordenbos

Staatssecretaris Idsinga biedt het ontwerpbesluit aan over een wijziging van de artikelen 22 en 22a Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001.

Artikel 22

In artikel 22, eerste lid, UBIB 2001 worden met ingang van 1 januari 2025 instellingen voor collectieve beleggingen (icbe’s) opgenomen als aangewezen administratieplichtigen. Deze partijen bieden beleggingsproducten aan waarvoor reeds een renseigneringsplicht geldt voor beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen. In de praktijk leveren icbe’s deze gegevens ook al aan. Dit wordt thans gecodificeerd in het UBIB 2001. Voor icbe’s geldt namelijk een afzonderlijke definitie in de Wet op het financieel toezicht. Ter codificatie worden icbe’s dan ook afzonderlijk opgenomen als aangewezen administratieplichtigen.

In artikel 22, tweede lid, onderdelen d, e en i, UBIB 2001 wordt met ingang van 1 januari 2025 toegevoegd dat als over het kalenderjaar gegevens en inlichtingen worden aangeleverd als bedoeld in de hiervoor genoemde onderdelen, eveneens gerenseigneerd moeten worden de totaal betaalde premies of de totaal overgemaakte bedragen en het in een of meerdere eerdere kalenderjaren genoten (gezamenlijke) bedrag aan uitkering of gedeblokkeerde tegoed, onderscheidenlijk de gedeblokkeerde waarde. Deze uitbreiding van de renseigneringsverplichting houdt verband met het rentebestanddeel in deze producten. Dit rentebestanddeel is belast bij uitkeren. Op basis van de verstrekte contra-informatie dient de Belastingdienst dit rentebestanddeel te kunnen bepalen voor het betreffende belastingjaar. In dat kader wordt ook het in een eerder kalenderjaar genoten bedrag aan uitkering of het in een eerder kalenderjaar gedeblokkeerde tegoed, onderscheidenlijk de in een eerder kalenderjaar gedeblokkeerde waarde, gerenseigneerd.

De wijziging van artikel 22, tweede lid, onderdeel g, onder 2˚, UBIB 2001 betreft een technische aanpassing.  De wijziging van artikel 22, tweede lid, onderdeel l, UBIB 2001 betreft een technische aanpassing die is opgekomen vanuit de praktijk.

Het aan artikel 22, tweede lid, UBIB 2001 toe te voegen onderdeel p voorziet in een renseigneringsverplichting voor lijfrenten die vallen onder het overgangsrecht van hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel O, zesde lid, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001. Voor deze zogenoemde oudregimelijfrenten wordt een renseigneringsverplichting opgenomen voor een overschrijding van de wettelijke termijn, bedoeld in artikel 3.133, derde lid, Wet IB 2001, en enkele andere omstandigheden waarbij niet meer aan de wettelijke voorwaarden voor deze lijfrenten wordt voldaan. Voor de Belastingdienst is deze contra-informatie van belang voor de aanslagregeling.

Artikel 22a

In artikel 22a, eerste lid, onderdeel b, UBIB 2001 wordt abusievelijk verwezen naar artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten en naar artikel 1, onderdeel g, van die wet. Dit moet zijn artikel 1, onderdeel d, van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, onderscheidenlijk artikel 1, onderdeel h van die wet.

Bron: Kamerbrief voorhang renseigneringsbepaling artikelen 22 en 22a UBIB 2001, nr. 2024-0000377948, Ministerie van Financien, 12 juli 2024

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Aanvullende reactie NOB op wetsvoorstel werkelijk rendement box 3
Volgende artikel
Belastingdienst: dien geen onnodige verzoeken vooroverleg overgangsrecht in

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

tax talks

Nieuwe regels voor beoordeling arbeidsrelaties

Vanaf 2026 treedt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) in werking. Het introduceert duidelijke criteria voor werkrelaties, maakt extern ondernemerschap een volwaardig criterium en beëindigt het handhavingsmoratorium. Fiscalisten en ondernemers moeten zich voorbereiden op strengere toetsing door de Belastingdienst.

doorschuiffaciliteit open cv

Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden

Het Gerechtshof Amsterdam wees in juli 2025 een verzoek tot aftrek van verhuiskosten en het forfaitaire bedrag van € 7.750 af. De verhuizing was volgens het hof niet zakelijk noodzakelijk gezien de beperkte omvang van nevenwerkzaamheden naast substantiële loondienst, ondanks aangetoonde geluidsoverlast. Het hoger beroep bleef ongegrond; er is geen recht op aftrek of interne compensatie.

salaris

KvK-inschrijving en btw-nummer onvoldoende voor IB-ondernemerschap bij dga

Hof Den Haag oordeelt dat een man geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ook al stond hij ingeschreven bij de KvK en droeg hij btw af. De managementvergoeding die hij van zijn bv ontving, is terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×