Zomer 2022 meer duidelijkheid over arbeidsmarktbeleid

Minister van Gennip wil voor het zomerreces van 2022 een eerste hoofdlijnenbrief over de uitwerking van het arbeidsmarktbeleid aan de Tweede Kamer sturen. Dit schrijft de minister in een planningsbrief van het ministerie van SZW over de in het coalitieakkoord aangekondigde plannen.

‘De uitwerking op het brede arbeidsmarktbeleid met onder andere de ambities ten aanzien van flex/vast, zzp, van werk(loosheid) naar werk en leven lang ontwikkelen worden in samenhang en in overleg met uitvoering, sociale partners en andere maatschappelijke partners opgepakt’.

Voor de afschaffing van het lage inkomensvoordeel (LIV) is het wetgevingsproces inmiddels gestart. Uiterlijk voor de zomer van 2023 zal het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend. In het coalitieakkoord is afgesproken het alternatieve instrument, een loonkostenvoordeel (LKV) voor jongeren, niet in te voeren. Een deel van de middelen die vrijkomen door het afschaffen van het LIV zal worden aangewend voor het structureel maken van het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak. Er wordt nog bezien in welk wetsvoorstel dit onderdeel wordt opgenomen.

Wetsvoorstel toekomst pensioenen

Het wetsvoorstel toekomst pensioenen (WTP)beoogt de afspraken in het pensioenakkoord over de herziening van het pensioenstelsel te verankeren. Het wetsvoorstel toekomst pensioenen is begin december 2021 voor advies aan de Raad van State verzonden. De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen verwacht dat het wetsvoorstel vóór 1 april a.s. bij de Kamer kan worden ingediend.

De Wet betaald ouderschapsverlof treedt in werking op 2 augustus 2022. In eerste instantie was het uitkeringspercentage bepaald op 50% van het dagloon tot ten hoogste 50% van het maximumdagloon. Dit percentage zal bij koninklijk besluit worden verhoogd naar 70%.

Inkomensbeleid

Het wettelijk minimumloon (WML), met daaraan gekoppeld de sociale minimumuitkeringen behoudens de AOW, wordt stapsgewijs in 2024 en 2025 met 7,5% verhoogd en er komt een wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek. Daarnaast is er structureel € 3 miljard beschikbaar voor lastenverlichting voor met name lage- en middeninkomens, werkenden en gezinnen. Voor een deel van de maatregelen, zoals de invulling van de € 3 miljard lastenverlichting, zal in het voorjaar nadere besluitvorming plaatsvinden. Voor de zomer zal het kabinet in een beleidsbrief uw Kamer uitgebreid informeren over de precieze uitwerking van deze maatregelen.