• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Btw over niet-afgescheiden ruimte gewoon berekenen

21 oktober 2022 door Remco Latour

maandelijkse bijdrage voor zorgaanbieders

Als een ruimte niet is afgescheiden van gemeenschappelijke ruimtes, is zij niet zelfstandig. In dat geval is de berekening van de voorbelasting op basis van werkelijk gebruik in principe niet toegestaan.

Een man die een fysiotherapiepraktijk uitoefende, liet een praktijkruimte bouwen. De bouwkosten bedroegen € 404.842 inclusief € 70.039 btw. De oppervlakte van de praktijkruimte was 320 m2. De praktijkruimte bestond uit één centrale entree, technische ruimten, een receptie met twee balies, een wachtruimte en een mindervalidentoilet. Daarnaast waren in het pand vier behandelkamers, een therapiezaal, kleedkamers met douches voor dames en heren en een oefenzaal aanwezig. De fysiotherapeut nam de praktijkruimte in het eerste kwartaal van 2018 in gebruik. Hij verhuurde een deel van de praktijkruimte, waarbij de partijen opteerden voor btw-belaste verhuur.

Btw-aftrek op basis van werkelijk gebruik

De fysiotherapeut meende dat hij de aftrekbare voorbelasting op de bouwkosten van de praktijkruimte mocht berekenen op basis van het werkelijk gebruik. Hij stelde dat de oefenzaal, de therapiezaal en de behandelkamers zelfstandig waren te gebruiken. Deze ruimtes waren volgens hem als één geheel in aanmerking te nemen. Hij gebruikte de oefenzaal alleen voor btw-belaste prestaties en de behandelkamers uitsluitend voor btw-vrijgestelde prestaties. De gemeenschappelijke ruimtes en de therapiezaal waren voor zowel belaste als vrijgestelde prestaties in gebruik. De man stelde dat de aftrek van voorbelasting met betrekking tot deze ruimtes was vast te stellen aan de hand van de openingstijden van de fysiotherapiepraktijk. Hij kwam uiteindelijk uit op een terug te krijgen bedrag van € 35.720 aan omzetbelasting.

Splitsing van aftrekmethodes is niet toegestaan

Maar de Belastingdienst betwistte dat de oefenzaal, de therapiezaal en de behandelkamers zelfstandig waren te gebruiken. Deze ruimten hadden namelijk geen aparte in- en uitgang en waren evenmin fysiek gescheiden van de rest van het pand. Volgens de inspecteur had de fysiotherapeut ten onrechte twee methoden gehanteerd voor de splitsing van de voorbelasting op de bouwkosten. Ten eerste had hij gesplitst op basis van oppervlakte voor de oefenzaal en de behandelkamers en een splitsing op basis van bezoekuren voor de gemeenschappelijke ruimten. Zo’n combinatie is echter niet toegestaan. Zie ook NTFR 2014/590 en ‘Splitsingsregels btw-aftrek bij gemengd gebruik’.

Geen exclusief gebruik voor btw-belaste prestaties

Op basis van een plattegrond constateert Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de oefenzaal niet met een deur is afgescheiden van de gemeenschappelijke gang. Daarom is niet aannemelijk dat de oefenzaal exclusief wordt gebruikt voor btw-belaste prestaties. De rechtbank stelt dat het niet mogelijk is het werkelijke gebruik voor belaste en vrijgestelde prestaties objectief en nauwkeurig te bepalen. Daarom mag men het recht op aftrek van voorbelasting voor de praktijkruimte niet berekenen op basis van het werkelijke gebruik. De rechtbank verklaart het beroep van de fysiotherapeut ongegrond.

Wet: art. 15, zesde lid Wet OB 1968

Beschikking: art. 11, eerste lid, onderdeel c en 13, eerste lid, onderdeel a Uitv.besch. OB

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 oktober 2022 (gepubliceerd 18 oktober 2022), ECLI:NL:RBZWB:2022:5971, BRE 19/1924

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Garagebox in andere straat is geen aanhorigheid woning
Volgende artikel
Herinvesteringsvoornemen mag na vervreemding reëel worden

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Stoppen-met-roken-zorg geen medische vrijstelling voor btw

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat stoppen-met-roken-programma’s niet onder de medische vrijstelling voor de btw vallen. De bv toont niet aan dat haar coaches beschikken over de vereiste BIG-kwalificaties of een daarmee gelijkwaardig niveau.

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×