Het kabinet verwacht niet dat de aangekondigde aanpassingen in de BOR zullen leiden tot het verdwijnen van familiebedrijven. Staatssecretaris Van Rij stuurt de antwoorden op vragen naar aanleiding van het artikel ‘Koester familiebedrijven, ze dragen de economie’ naar de Tweede Kamer.
Nederland houdt een ruimhartige bedrijfsopvolgingsregeling, die tot doel heeft te voorkomen dat de continuïteit van familiebedrijven in gevaar komt. In de Voorjaarsnota heeft het toenmalig missionaire kabinet voorgesteld de hoogte van de vrijstelling going concernwaarde van 100% over de eerste ca. € 1,2 miljoen en 83% over het meerdere met ingang van 1 januari 2025 te wijzigen naar 100% over de eerste € 1,5 miljoen en 70% over het meerdere. Bij overdracht van de onderneming aan de volgende generatie (kinderen) bedraagt de schenk- of erfbelasting op grond van het voorstel 0% over het deel dat onder de 100% vrijstelling van € 1,5 miljoen valt en maximaal 6% over het meerdere (30% van de waarde is dan niet vrijgesteld, tegen een tarief van maximaal 20%).
Schenk- en erfbelasting
Volgens de evaluatie zijn er in de meeste gevallen voldoende (liquide) middelen beschikbaar om de schenk- of erfbelasting over het verkregen ondernemingsvermogen te voldoen. Als het niet lukt de verschuldigde schenk- of erfbelasting over het verkregen ondernemingsvermogen direct te betalen, kan 10 jaar uitstel van betaling aangevraagd worden. Ook kan, afhankelijk van de feiten en omstandigheden, externe financiering van de belasting mogelijk zijn of kan een deel van de verkregen aandelen aan andere familieleden verkocht worden. Door deze mogelijkheden zal het niet vaak nodig zijn om ondernemingsvermogen aan de onderneming te onttrekken om de schenk- of erfbelasting te voldoen, waardoor de continuïteit van familiebedrijven niet in gevaar hoeft te komen. Daar komt bij dat bedrijfsopvolging doorgaans slechts één keer per generatie voorkomt of aan de orde is.
Onderzoek BOR en familiebedrijven
Zoals in de kabinetsreactie op de evaluatie is vermeld, vindt het kabinet het van belang dat de BOR ook blijft gelden bij reële bedrijfsopvolgingen voor een aanmerkelijk belang bij bedrijven die niet in handen zijn van één of een zeer beperkt aantal families. Op dit punt is de BOR ruimer dan in een aantal andere landen waar de BOR is beperkt tot familiebedrijven of tot bepaalde sectoren. Op 6 juli is een motie aangenomen die vraagt te onderzoeken of en hoe de BOR meer gericht kan worden op familiebedrijven. Na afronding van dit nog lopende onderzoek zal het kabinet de Kamer zo snel mogelijk informeren.
Geef een reactie