Het inwerkingtreden van de Wet toekomst pensioenen (WTP) per 1 juli 2023 is verwerkt in de eerste V&A en handreikingen die betrekking hebben op regelingen waarvoor het overgangsrecht van artikel 38b en/of artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 van toepassing is. Binnenkort volgen er nog meer V&A en handreikingen waarin het inwerkingtreden van de WTP is verwerkt. Ook zijn enkele V&A vervallen omdat deze niet meer van belang zijn.
Reader Interactions
Gerelateerde berichten
Ongerealiseerde waardestijging is geen echt rendement
Hof Den Haag oordeelt dat een ongerealiseerde waardestijging van een tweede woning niet behoort tot het werkelijk rendement in het kader van rechtsherstel.
Haal bij toets voor rechtsherstel niet de krenten uit de pap
Rechtbank Zeeland-West-Brabant benadrukt dat bij de toets of iemand recht heeft op rechtsherstel men het forfaitaire rendement moet vergelijken met alle werkelijke rendementen.
Verlaging box 3-vermogen door inbreng in OFGR
Twee echtgenoten kunnen al een fonds voor gemene rekening oprichten om daarin hun spaargeld in te brengen en zo hun box 3-vermogen te verlagen.
Regeling vaststelling forfaitair rendementspercentage voor 2023 in box 3
In deze ministeriële regeling wordt het forfaitaire rendementspercentage in box 3 voor de categorie banktegoeden met terugwerkende kracht tot en met het begin van het kalenderjaar vervangen door een vastgesteld percentage (0,92%).
KGS RVU-regeling en subjectieve vrijstelling voor pensioenlichamen
De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord of een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) kwalificeert als een regeling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, Wet Vpb 1969 (de subjectieve vrijstelling voor pensioenlichamen).
Geef een reactie