Een bv mag bij emigratie het afwaarderingsverlies op een onzakelijke groepsvordering nemen. De rechtbank vindt toepassing van de foutenleer bij activering tegen nominale waarde niet juist.
Een Nederlandse financierings-bv binnen een internationale groep verstrekt via groepsvennootschappen een lening aan een Kazachstaanse werkmaatschappij. De rente op de lening is volgens partijen onzakelijk laag. Later voedt de bv deze vordering door na herstructurering om in aandelenkapitaal. In 2018 emigreert de bv naar Hongarije. De inspecteur weigert bij de aanslag vennootschapsbelasting over 2017 en 2018 het afwaarderingsverlies op de lening te accepteren, omdat hij vindt dat de vordering destijds voor een te hoge waarde op de balans kwam en corrigeert dat bij latere jaren niet via de winst. De bv stelt het verlies wél te mogen nemen, primair in 2017 (besluit tot emigratie), subsidiair in 2018 (feitelijke emigratie en toepassing art. 15c Vpb).
Balanswaardering en in aanmerking nemen van verlies
De rechtbank oordeelt dat de activering van de vordering op de werkmaatschappij tegen nominale waarde niet als balansfout via de foutenleer hoeft te worden hersteld. Ook is er volgens de rechtbank in 2017 geen aanleiding om het afwaarderingsverlies te nemen, omdat het besluit tot emigratie nog geen gevolgen heeft voor de waarde van de vordering. Bij de feitelijke emigratie in 2018 is echter, zo stelt de rechtbank expliciet, toepassing van art. 15c Wet Vpb aan de orde. Het verschil tussen de boekwaarde (nominale waarde) en de werkelijke waarde in het economisch verkeer vormt een aftrekbaar verlies. De rechtbank volgt niet het standpunt van de inspecteur dat dit verschil vanwege de onzakelijke rente een onttrekking vormt die niet aftrekbaar is.
Afrekening bij emigratie
Volgens de rechtbank staat noch de tekst, noch de wetsgeschiedenis van art. 15c Wet Vpb in de weg aan het nemen van een verlies wegens een negatieve stille reserve die voortkomt uit een onzakelijke lening. De inspecteur krijgt ongelijk en moet het verlies over 2018 alsnog accepteren. Voor het jaar 2017 blijft de aanslag in stand.
Wet: art. 15c Wet Vpb 1969
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 03-12-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:14224, HAA 23/2900 en 24/46 | NDFR





Geef een reactie