Het inleveren van een voertuig bij een inleverlocatie na administratief beslag is onderdeel van de tenuitvoerlegging, niet van gerechtelijke bewaring.
Bij een administratief beslag op een motorrijtuig of aanhangwagen die in het kentekenregister staat, kan in het proces-verbaal opgenomen worden dat het voertuig door de belastingschuldige moet worden ingeleverd bij een inleverlocatie.
Vraag
Is het inleveren van een voertuig door belastingschuldige bij een inleverlocatie, na een gelegd administratief beslag, onderdeel van de tenuitvoerlegging of een vorm van gerechtelijke bewaring?
Antwoord
Het inleveren van een voertuig door belastingschuldige bij een inleverlocatie, na een gelegd administratief beslag, is een onderdeel van de tenuitvoerlegging en geen gerechtelijke bewaring, zodat er geen proces- verbaal van inbewaringgeving moet worden opgemaakt.
Beschouwing
Artikel 442, eerste lid, onderdeel e, Rv, schrijft voor dat in het geval van administratief beslag instructies over het afgeven van het voertuig aan de deurwaarder ten behoeve van de executie in het proces-verbaal moeten worden opgenomen. Deze bepaling is sinds 1 april 2021 van kracht (Staatsblad 2020, 177).
Gerechtelijke bewaring
Gerechtelijke bewaring is geregeld in artikel 446 Rv en dient om het beslagen goed te behouden tot verkoop of eventuele teruggave. Dit instrument wordt ingezet als behoud uitdrukkelijk noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij dreiging van schade, vernieling of verduistering door de beslagene. De deurwaarder voert in dat geval een noodzakelijkheidstoets uit.
Geen noodzakelijkheidstoets bij inlevering
De instructie om een voertuig in te leveren bij een inleverlocatie na administratief beslag wordt doorgaans standaard opgenomen, en niet op basis van een individuele afweging of het bewaren van de zaak noodzakelijk is. In de regel legt de deurwaarder administratief beslag vanuit kantoor, zonder dat de noodzakelijkheidstoets wordt toegepast. Alleen als de beslagene laat blijken het goed te willen vernielen, kan worden gekozen voor gerechtelijke bewaring.
Jurisprudentie en parlementaire geschiedenis
Het Hof Amsterdam bevestigde (ECLI:NL:GHAMS:2011:BT8421) dat beslaglegging op roerende zaken niet inhoudt dat deze uit de feitelijke macht van de debiteur verdwijnen. Ook bij motorrijtuigen blijft de beslagene in principe beschikken over het beslagen goed, tenzij gerechtelijke bewaring noodzakelijk is bevonden. De wetgever heeft voor voertuigen geen uitzondering gemaakt op dit punt, ook niet bij recente wetswijzigingen.
Conclusie
Na administratief beslag kan de belastingschuldige over het voertuig blijven beschikken. De inleverinstructie zoals opgenomen in het proces-verbaal is een maatregel ten behoeve van de executie, geen gerechtelijke bewaring. Het opmaken van een proces-verbaal van inbewaringgeving is dus niet vereist bij deze vorm van inleveren.





Geef een reactie