Staatsecretaris Heijnen en minister Van Oosten van Justitie en Veiligheid sturen de beantwoording van Kamervragen over het kabinetsstandpunt inzake het initiatiefwetsvoorstel Centraal Aandeelhoudersregister (CAHR)
Het voorstel beoogt een register waarin alle aandeelhouders van niet-beursgenoteerde vennootschappen worden geregistreerd, ter aanvulling op het bestaande UBO-register. Het kabinet onderschrijft het belang van transparantie, criminaliteitsbestrijding en effectieve controle op eigendomsstructuren, maar stelt dat de verdere behandeling aan de Kamer en de initiatiefnemers is, vooral vanwege de demissionaire status van het kabinet.
Het CAHR wordt gezien als aanvullend op het UBO-register, dat alleen natuurlijke personen met een belang van 25% of meer registreert. Met het CAHR zou er een vollediger beeld ontstaan van alle aandeelhouders, wat het toezicht, handhaving en de bestrijding van financieel-economische criminaliteit kan versterken. Ook notarissen en andere poortwachters hebben voordeel bij een beter en geautomatiseerd overzicht op subjectniveau, inclusief historische gegevens.
Technische en juridische aspecten
Er is brede steun voor het CAHR vanuit de zogeheten poortwachters, mede naar aanleiding van het KPMG-rapport ‘Krachten gebundeld’ (2023). Het kabinet noemt wel dat de exacte uitwerking en beheervraag nog onvoldoende zijn gespecificeerd in het wetsvoorstel, bijvoorbeeld over de plek van het beheer (KNB of Kamer van Koophandel). Eventuele technische en juridische knelpunten dienen primair door initiatiefnemers te worden opgepakt. Juridisch zijn er geen onoverkomelijke barrières gesignaleerd, maar het kabinet benadrukt dat de praktische implementatie tijd en uitwerking vraagt.
Kwaliteit van gegevens
De staatssecretaris erkent de meerwaarde van een register gebaseerd op notariële akten, die mogelijk betrouwbaarder en vollediger data leveren dan het UBO-register, dat afhankelijk is van zelfregistratie door ondernemingen. Tegelijk gelden voor het UBO-register steeds strengere controleverplichtingen en mechanismen ter kwaliteitsverbetering, mede door Europese regelgeving. Het CAHR en het UBO-register zijn volgens het kabinet complementair; samen kunnen ze transparantie en effectiviteit verhogen.
Financiële en uitvoeringsaspecten
Het kabinet heeft geen uitvoeringstoets aangevraagd voor het voorstel, noch bij de Kamer van Koophandel, noch bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Dit is volgens het kabinet voorbarig, gezien de nog te bepalen invulling van het voorstel en het feit dat de Kamer eerst een standpunt moet innemen.
Het kabinet benadrukt het belang van transparantie en criminaliteitsbestrijding, maar schuift een keuze over het vervolg en de uitwerking van het CAHR door naar de Kamer en de initiatiefnemers.





Geef een reactie