• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Geen herinvesteringsreserve zonder concreet voornemen bij verkoop onderneming

16 december 2025 door Jessica Lindenberg

deadline 30 september

Een bv die haar onderneming verkoopt, mag alleen een herinvesteringsreserve vormen als zij aannemelijk maakt dat zij op de balansdatum een concreet voornemen tot herinvestering heeft.

De bv is in 2018 opgericht en heeft daarin een assurantiekantoor ingebracht. In 2019 verkoopt zij deze onderneming aan een coöperatie voor ruim € 900.000. In de aangifte Vpb 2019 vormt de bv een herinvesteringsreserve (HIR) voor de volledige verkoopwinst. De inspecteur accepteert dit niet en verhoogt de winst. De bv stelt dat zij het voornemen had om te participeren in een andere onderneming. De directeur van de bv heeft hiertoe in oktober 2020 in privé een overeenkomst van opdracht gesloten met een financieel adviesbureau. De inspecteur stelt dat op de balansdatum 31 december 2019 geen concreet voornemen bestond. Het geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant gaat over de vraag of de dotatie aan de HIR terecht is geweigerd.

Voornemen niet aannemelijk

De rechtbank oordeelt dat de bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op 31 december 2019 een concreet voornemen had om te herinvesteren. Dat de directeur nog niet financieel onafhankelijk was en een beperkt concurrentiebeding had afgesproken, is onvoldoende bewijs. De overeenkomst van opdracht helpt de bv ook niet. Deze is namelijk pas in oktober 2020 gesloten door de directeur in privé en rept met geen woord over een mogelijke participatie. Pas in een verklaring van september 2022, opgesteld nadat de inspecteur kritische vragen stelde, wordt voor het eerst gesproken over een participatiemogelijkheid. Uit de stukken blijkt bovendien dat partijen pas in 2022 daadwerkelijk over participatie hebben gesproken. Omdat een voornemen op de balansdatum ontbreekt, is het beroep ongegrond.

Wet: art. 3.54 Wet IB 2001 jo. art. 8 Wet Vpb 1969
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 8 december 2025 (gepubliceerd 16 december 2025), ECLI:NL:RBZWB:2025:8593, BRE 23/9574 | NDFR

Filed Under: BV & DGA, Fiscaal nieuws, Inkomstenbelasting, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Hof bevestigt WOZ-waarde van € 2.030.000; informatieplicht nageleefd

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

boete inkeer

Hof laat aanslag staan door interne compensatie bij vergeten ab-inkomen

Gerechtshof Amsterdam laat aanslag staan met interne compensatie. Hoewel de inspecteur het box 1-inkomen foutief hoger instelde, bleef de totale belastingaanslag staan omdat de belastingplichtige ruim € 1 miljoen aan ab-inkomen had verzwegen. Een belangrijk precedent voor interne compensatie in belastingrecht.

studentenkamer verhuur

Stand van zaken kamerverhuurvrijstelling

Minister Keijzer beantwoordt Kamervragen over de kamerverhuurvrijstelling.

Aandelen-vrouw

Wet rechtsherstel box 3 niet van toepassing bij hoger voordeel

Hof Den Haag oordeelt dat het voordeel uit sparen en beleggen moet worden berekend met toepassing van artikel 5.2 Wet IB 2001, ook al is het te betalen belastingbedrag door een lagere vrijstelling voor buitenlands voordeel per saldo hoger dan bij toepassing van de Wet rechtsherstel box 3.

Frankrijk huis

Publicatie M-formulier 2025 later beschikbaar

De publicatie van het digitale M-formulier over 2025 is vertraagd. Ook het papieren M-formulier verschijnt later dan gebruikelijk.

Staatsobligaties en VvE‑aandeel gelden in box 3 als overige bezittingen

Hof Den Haag oordeelt dat staatsobligaties en een VvE-aandeel als overige bezittingen kwalificeren. Het lagere fictieve rendement voor bank- en spaartegoeden is daarom niet van toepassing.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Verdiepingscursus DGA-advisering

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×