Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer een eerste voortgangsbrief over de hersteloperatie in het kader van de tegenbewijsregeling box 3.
OWR‑formulier
Tot 8 december 2025 zijn ruim 476.000 OWR‑formulieren ingediend. Het formulier is bedoeld voor belastingplichtigen die willen aantonen dat hun werkelijk rendement in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement dat de Belastingdienst heeft toegepast. Met het formulier kunnen zij aanvullend rechtsherstel krijgen via een lagere aanslag of vermindering.
Tot en met de hersteloperatie wordt box 3 nog berekend met forfaitaire rendementen, maar met een mogelijkheid tot tegenbewijs. De Wet werkelijk rendement box 3 is voorzien per 1 januari 2028 (als deze tijdig wordt aangenomen). Vanaf het belastingjaar 2025 is de OWR geïntegreerd in de aangifte IB: dan hoeft geen apart formulier meer te worden ingediend, maar kan het werkelijk rendement direct in de aangifte worden opgegeven.
Wie komt in beeld en hoe worden mensen geïnformeerd?
De Belastingdienst richt zich op burgers met aangiften vanaf 2017 waarvan de aanslag op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond of nog niet was vastgesteld, en die tijdig bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering hebben gedaan (of dat nog kunnen doen). Deze groep heeft sinds half juli circa 2,8 miljoen brieven ontvangen, met daarin:
- een uitleg over de mogelijkheid het OWR‑formulier te gebruiken;
- het per jaar berekende forfaitaire rendement op basis van de oorspronkelijke aangifte.
Met deze informatie kan de belastingplichtige zijn eigen berekening van het werkelijke rendement vergelijken met het forfait en besluiten of indienen van de OWR zinvol is. De brief met het forfait kan direct worden gebruikt bij het invullen van het formulier.
Verwerking OWR‑formulier
Na ontvangst doorloopt elk OWR‑formulier eerst een geautomatiseerde toets om te bepalen of de belastingplichtige in beginsel voor herstel in aanmerking komt. In de startfase zijn 240 belastingplichtigen ten onrechte afgewezen; zij zijn geïnformeerd en kunnen opnieuw een formulier indienen. Het toetsingsproces is daarop aangepast en wordt door middel van gezamenlijke ‘productietoets‑dagen’ voortdurend getest en bijgeslepen.
Als een formulier op basis van deze formele toets geschikt is voor herstel, wordt het werkelijke rendement berekend. De uitkomst is:
- óf een (nieuwe) definitieve aanslag;
- óf een verminderingsbeschikking;
- al dan niet met teruggave van belasting.
De verwerking is in het najaar van 2025 begonnen, startend bij de oudste openstaande jaren vanaf 2017. De Belastingdienst werkt per belastingplichtige van het oudste naar het jongste nog openstaande jaar. Vanaf maart 2026 volgen de overige jaren.
Omdat aanslagen binnen drie jaar na afloop van het belastingjaar moeten worden vastgesteld (verlengen kan alleen bij uitstel), heeft de Belastingdienst om verjaring te voorkomen al definitieve aanslagen opgelegd over onder meer 2021 en 2022. Wie in deze jaren een box‑3‑bedrag in de aanslag heeft, kan daarna alsnog een OWR‑formulier gebruiken.
Buitenlands vastgoed en voorkoming dubbele belasting
Voor buitenlands vastgoed geldt voorkoming van dubbele belasting. De systemen vergelijken in die gevallen automatisch drie uitkomsten:
- de twee forfaitaire berekeningswijzen;
- de berekening op basis van werkelijk rendement (OWR).
Altijd wordt de voor de belastingplichtige laagste aanslag toegepast. Wel kan het hoger vaststellen van het werkelijk rendement (na voorkoming) ertoe leiden dat het verzamelinkomen stijgt, wat invloed kan hebben op inkomensafhankelijke regelingen. Wie dat risico niet wil, kan ervoor kiezen géén OWR in te dienen. Is er toch een OWR ingediend en leidt dit tot een hoger verzamelinkomen waar men het niet mee eens is, dan kan bezwaar worden gemaakt of om navordering worden verzocht. De Belastingdienst zegt in zulke gevallen maatwerk toe.
Belastingrente en timing van het OWR‑formulier
Belastingrente wordt alleen vergoed over de terug te geven belasting als het OWR‑formulier is ontvangen vóórdat de definitieve aanslag is opgelegd. De staatssecretaris erkent dat:
- het formulier pas vanaf juli 2025 beschikbaar was;
- sommige burgers mogelijk hebben gewacht op de attentiebrief;
- en in de tussentijd, vooral voor 2021 en 2022, om verjaring te voorkomen toch definitieve aanslagen zijn opgelegd.
Na afweging wordt echter geconcludeerd dat er geen juridische noodzaak is om de rente‑regels te verruimen. Een ruimere vergoeding zou bovendien tot budgettaire derving leiden waarvoor dekking nodig is. Daarom blijft gelden dat in de tegenbewijsregeling alleen belastingrente wordt vergoed als de OWR vóór de dagtekening van de definitieve aanslag binnen is.
Bron: Voortgang tegenbewijsregeling box 3, nr. 2025-0000493007, Ministerie van Financien, 18 december 2025
Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028
Voorkom dat je iets over het hoofd ziet, signaleer de pijnpunten. Volg nu de cursus box 3 met de nadruk op de tegenbewijsregeling met een doorkijk naar 2028.




Geef een reactie