• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Perioden non-activiteit en voorbereiding niet onder houdsterverliesregeling

25 september 2014 door Marieke Jansen

Een deelneming die in de loop van het boekjaar is verworven of geliquideerd, heeft volgends de Hoge Raad geen invloed op toepassing van de houdsterverliesregeling.

Een bv had als doel houdster- en financieringsactiviteiten te verrichten. Op 22 mei 2009 verwierf zij een belang van 5% in een holding. Behalve het verwerven en aanhouden van deze deelneming ontplooide de bv in dat jaar geen activiteiten. Ter discussie stond of het geleden verlies van
€ 123.925 een houdsterverlies was in de zin van artikel 20, lid 4 wet Vpb. Volgens het eerdere oordeel van Hof Amsterdam was dat niet het geval, omdat de bv niet (nagenoeg) het gehele jaar deelnemingen had gehouden. Perioden van non-activiteit voorafgaande aan de verwerving van deelnemingen, voorbereidende werkzaamheden en werkzaamheden uitgevoerd door een derde, vallen niet onder het begrip ‘het houden van deelnemingen’. De Hoge Raad is het met het hof eens. De houdsterverliesregeling is van toepassing als aan twee vereisten is voldaan: de eis van de feitelijke werkzaamheid en de temporele eis.  De regeling maakt geen onderscheid al naar gelang sprake is van actief of passief gehouden deelnemingen. Voor passief gehouden deelnemingen moet er volgens de Hoge Raad vanuit worden gegaan dat de wetgever heeft beoogd het houden van een deelneming als zodanig aan te merken als de feitelijke werkzaamheid. Voor beantwoording van de vraag of is voldaan aan de temporele eis, is dan slechts de periode van belang waarin de deelneming wordt gehouden. Een periode waarin (nog) geen deelneming werd gehouden of een periode waarin geen deelneming (meer) wordt gehouden, kan daarom niet in aanmerking worden genomen als periode waarin ‘de feitelijke werkzaamheid (…) bestaat uit het houden van deelnemingen’. Dit is niet anders als in die periode activiteiten worden verricht ter verwerving van een deelneming. Het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën werd ongegrond verklaard.

Wet: artikel 20, lid 4 Wet Vpb 1969

Hoge Raad, 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2679 en zie ook ECLI:NL:HR:2014:2680, ECLI:NL:HR:2014:2682, ECLI:NL:HR:2014:2683

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Fiscus hoeft aftrekpost niet jaarlijks te onderzoeken
Volgende artikel
RvS: Doel wetsvoorstel BGL onduidelijk en prematuur

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Zorginstelling voldoet aan winstbestemmingseis vrijstelling

Het hof bevestigt dat de bv voldoet aan de statutaire winstbestemmingseis en recht heeft op de zorgvrijstelling.

bouw-personeel

Minister Keijzer wil winstbelasting corporaties schrappen

Minister Keijzer wil de winstbelasting voor woningcorporaties schrappen om ze te compenseren voor de huurbevriezing. Dat melden bronnen aan RTL Nieuws.

deadline 30 september

Belastingdienst verlengt indientermijn VA-verzoeken

De Belastingdienst verlengt het uiterste moment, waarop je via Digipoort (XBRL-kanaal) verzoeken voor een (nadere) voorlopige aanslag (VA) kunt indienen.

verliesverrekening

KGS toepassing beleggingstoets bij groepsvorderingen

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de beleggingstoets van artikel 20a, vierde en zesde lid, Wet Vpb 1969 bij groepsvorderingen ten dienste van een door een groep gezamenlijk gedreven onderneming.

groene beleggingen

KGS brutering bij inkoopoverschot beleggingsinstelling

De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting heeft een vraag beantwoord over de brutering van de opbrengst zoals bedoeld in artikel 3, vierde lid, tweede zin juncto artikel 3, eerste lid, onderdeel a, Wet DB 1965 (inkoopoverschot beleggingsinstelling).

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×