• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Aangaan fiscale eenheid leidde tot € 14,9 miljoen vrijvalwinst

24 november 2014 door Asha Stuivenwold

Het aangaan van fiscale eenheid kan tot onvoorziene vrijvalwinst leiden door het moeten toepassen van de wettelijke waarderingsregel vóór het aangaan van de fiscale eenheid. In het geval bij de Hoge Raad kwam het een bv duur te staan.

Een dochtervennootschap moest vóór het aangaan van een fiscale eenheid een vrijvalwinst van € 14,9 miljoen in aanmerking nemen. Dit was het gevolg van de toepassing van de waarderingsregel in artikel 15ab, lid 6 Wet Vpb 1969. Wat was het geval? De moedermaatschappij had in juni 1998 de aandelen in de dochter gekocht voor € 0,45. Bovendien nam zij de vordering die de verkoper van de aandelen had op deze bv over, voor € 34.034. De vordering had toen een nominale waarde van ruim € 15 miljoen. Eind 2004 stond deze vordering echter nog maar voor € 762 op de balans van de moeder. Op de balans van belanghebbende dochter stond een schuld van bijna € 15 miljoen aan haar moedermaatschappij. Per 1 januari 2005 gingen beide vennootschappen een fiscale eenheid aan. Dit resulteerde volgens de inspecteur in een vrijvalwinst van ruim € 14,9 miljoen, op grond van artikel 15ab, lid 6 Wet Vpb. De Hoge Raad volgde het oordeel van Hof Den Haag dat inderdaad sprake was van belaste vrijvalwinst (zie: ‘Aangaan fiscale eenheid kwam bv duur te staan’). Er was in dit geval geen sprake van een hybride lening van artikel 10, lid 4, onderdeel a Wet Vpb. Bovendien kon de lening ook niet worden aangemerkt als een onzakelijke lening, omdat de lening niet was aangegaan onder voorwaarden die een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard.

 

Wet: artikel 15ab, lid 6 Wet Vpb

Meer informatie: Hoge Raad, 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3203

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Executeur levenslang aansprakelijk voor erfbelasting
Volgende artikel
BOF: de aanhouder wint niet altijd

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Toepassing hardheidsclausule aftrek fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×