• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Hoog tijd voor ruimere uitleg van begrip ‘bouwterrein’

29 januari 2013 door Giniraynha Poulina

De Nederlandse fiscus moet bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een bouwterrein voor de omzetbelasting ook rekening houden met de intentie van de partijen. Kan men met objectieve gegevens bewijzen dat vóór de leveringsdatum de intentie bestond om het terrein te bebouwen, dan is de levering van dit terrein belast met btw en vrijgesteld voor de overdrachtsbelasting.

De Hoge Raad heeft het Europese Hof gevraagd om te toetsen of de Nederlandse uitleg van het begrip bouwterrein in overeenstemming is met de bepalingen in de btw-richtlijn. Dit was van belang voor de beoordeling van de vraag of een perceel onbebouwde grond kwalificeerde als btw-bouwterrein. De fiscus vond van niet, omdat de grond weliswaar onbebouwd was, maar na de sloop geen handelingen waren verricht om – met het oog op bebouwing – van de grond een btw-bouwterrein te maken. De fiscus had daarom bij de verkrijger overdrachtsbelasting nageheven. Het Hof stelde voorop dat de levering van onbebouwde, maar voor bebouwing bestemde grond belast is met btw. Daarbij spelen de omstandigheden tijdens de onderhandelingen en op de datum van levering een belangrijke rol. De fiscus moet in dat kader dus ook nagaan of de partijen de intentie hadden om het terrein daadwerkelijk te bestemmen voor bebouwing. Staat dit bijvoorbeeld (expliciet) in de koopakte, dan is de verkrijging van het terrein belast voor de btw en vrijgesteld voor de overdrachtsbelasting.

                             

Wet: artikel 11 Wet OB 1968 en artikel 15, lid 1, aanhef en letter a WBR

Meer informatie: Europese Hof van Justitie, 17 januari 2013, C‑543/11

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws, Vastgoed

Reageer
Vorige artikel
Belastingdienst verstrekt iPads via vrije ruimte WKR
Volgende artikel
Huidige internationale belastingregime zegen voor Nederland

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

international transport

KGS kwalificatie als tussenhandelaar

De Kennisgroep omzetbelasting heeft een vraag beantwoord over de kwalificatie als tussenhandelaar.

wegwerkzaamheden

KGS reikwijdte verleggingsregeling

De Kennisgroep omzetbelasting heeft vragen beantwoord over de reikwijdte van de verleggingsregeling en de toepassing van die regeling in twee casussen.

btw

Geen volledig recht op btw-aftrek bij vermogensbeheer effectenportefeuille

De rechtbank oordeelt dat een bv geen recht heeft op volledige aftrek van voorbelasting voor het vermogensbeheer van haar effectenportefeuille en de algemene kosten, omdat deze portefeuille geen rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk vormt van de belaste adviesdiensten.

fiscale knelpunten pensioen

Pensioenfonds geen gemeenschappelijk beleggingsfonds door ontbreken beleggingsrisico deelnemers

De rechtbank oordeelt dat een pensioenfonds niet als gemeenschappelijk beleggingsfonds kwalificeert, omdat de deelnemers geen beleggingsrisico lopen. De vrijstelling voor vermogensbeheerdiensten is daarom niet van toepassing.

vastgoed buitenland

KGS kwalificatie passieve verhuur aan derden van buitenlands vastgoed

De sub-kennisgroep Pijler 2 heeft de vraag beantwoord of het door een entiteit passief verhuren van in het buitenland gehouden vastgoed aan derden kwalificeert als een vaste inrichting onder de Wmb 2024, indien dit vastgoed niet is aan te merken als een vaste inrichting onder het van toepassing zijnde belastingverdrag, op grond van een bepaling die vergelijkbaar is met artikel 5 van het OESO-MV.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Eindejaarstips

Masterclass Vastgoedfiscaliteiten

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Masterclass in de Eigenwoningregeling

Masterclass Overdrachtsbelasting

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Nationaal Btw Congres 2025

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Online cursus Btw en de verleggingsregeling

PE-pitstop Btw en de Horeca- & Recreatiesector

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×