• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Geen HIR voor voormalig bedrijfspand

8 juni 2016 door Rachida Lachhab

Indien bij de overdracht van de ondernemingsactiviteiten het bedrijfspand achterblijft, kan volgens de Hoge Raad bij latere verkoop van dit leegstaand pand geen herinvesteringsreserve (HIR) meer worden gevormd.

Een ondernemer dreef middels een eenmanszaak een apotheek in haar eigen bedrijfspand. Vanaf januari 2007 besloot de ondernemer de apotheek vanuit een huurpand te exploiteren. Het bedrijfspand stond sinds maart 2007 te koop. In mei 2007 richtte de ondernemer een bv op en bracht haar onderneming geruisloos in deze bv in. Vervolgens werd de onderneming overgedragen waarbij het leegstaande en te koop aangeboden bedrijfspand achterbleef in de bv. In 2009 besloot de bv het bedrijfspand te verkopen en een herinvesteringsreserve te vormen voor de gerealiseerde boekwinst. De inspecteur weigerde het vormen van een herinvesteringsreserve.

Oog op verkoop

De Hoge Raad oordeelde dat de ondernemingsactiviteiten, waarin het bedrijfspand als bedrijfsmiddel had gefungeerd, door de overdracht van de apothekersonderneming bij de bv waren beëindigd. Het eigen pand was volgens de Hoge Raad na de overdracht niet opnieuw een functie ten behoeve van eigen activiteiten van de bv gaan vervullen, aangezien het nog slechts werd aangehouden met het oog op de verkoop ervan. De Hoge Raad gaf hierbij aan dat de overdracht een situatie heeft doen ontstaan waarin de bv de boekwinst niet meer kon aanwenden voor de aanschaffing en/of verbetering van een bedrijfsmiddel dat voor haar eenzelfde economische functie zou vervullen als welke het bedrijfspand had gehad.

Wetten:
Artikel 8, lid 1, Wet vennootschapsbelasting 1969
Artikel 3.54 Wet Inkomstenbelasting 2001

Meer informatie: Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1029

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Nieuwe wijzigingen in wetsvoorstel Wet aanpassing FE
Volgende artikel
Implementatiewetsvoorstel voor uitwisseling rulings in zicht

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Toepassing hardheidsclausule aftrek fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×