• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Verhuurd bedrijfspand gewaardeerd in vrije staat

18 juli 2016 door Giniraynha Poulina

Dat een bedrijfspand is verhuurd vormt onder omstandigheden een factor op grond waarvan tot een andere waarde wordt gekomen dan de waarde in onverhuurde staat. Volgens Hof Amsterdam is er geen sprake van dergelijke omstandigheden als de huurovereenkomst onder ongebruikelijke condities is gesloten.

Nadat twee vennoten van een vennootschap onder firma hun onderneming hadden gestaakt, ging het bedrijfspand volgens hen voor € 550.000 over van het ondernemingsvermogen naar het privévermogen. De inspecteur was het daar niet mee eens. Naast de waarde van het pand op de stakingsdatum was ook de waarde van het pand voor de bepaling van het inkomen uit sparen en beleggen in geschil. Het hof besliste dat de rechtbank teveel gewicht had toegekend aan de overeengekomen huur van € 168.000 per jaar. De overeengekomen huur was, gelet op de in de huurovereenkomst bedongen voorwaarden, niet (zonder meer) representatief voor de markt bij de waardering van het pand. De huurovereenkomst kon namelijk door de huurder eenzijdig worden opgezegd, de huurder moest op (zeer) korte termijn over het pand beschikken en de overeenkomst was afgesloten voor een ongebruikelijk korte duur. Onder deze omstandigheden vond het hof het niet aannemelijk dat de huurovereenkomst per saldo de waarde van het pand anders deed zijn dan de waarde in onverhuurde staat. Het hof zag ook geen reden om het pand voor de bepaling van het inkomen uit sparen en beleggen anders te waarderen dan op de stakingsdatum. Nu geen van de partijen de door hen gestelde waarde voldoende had onderbouwd, stelde het hof de waarde van het pand in goede justitie vast op € 700.000.

 

Wet: artikel 5.19 Wet IB 2001

Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 31 mei 2016 (gepubliceerd op 13 juli 2016), ECLI:NL:GHAMS:2016:2763

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws, Winst uit onderneming

Reageer
Vorige artikel
Internetconsultatie teruggaaf btw en milieubelasting oninbare vorderingen
Volgende artikel
Feitelijke bestuurder had betalingsonmacht moeten melden

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Beslaglegging fiscus

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.

massaal bezwaar plus procedure 2017 tot en met 2020

Mededeling standpunt toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan partieel buitenlandse belastingplichtige

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH hebben aan het standpunt over de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan een partieel buitenlandse belastingplichtige een mededeling toegevoegd ten aanzien de toepassing van het beleid uit het standpunt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Opleidingen

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Masterclass Bedrijfswaardering

Stoomcursus Tax accounting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×