• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

55+-regeling was ongebruikelijk en daarom belast

21 juni 2012 door Asha Stuivenwold

De Hoge Raad oordeelde dat een ruime 55+-regeling beschouwd moest worden als een regeling voor vervroegde uittreding. De werkgever moest daarom 52% eindheffing inhouden en afdragen over de uitkeringen.

Eindheffing bij RVU

Sinds 1 januari 2005 kennen we de eindheffing voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU). In artikel 32ba in de Wet op de loonbelasting 1964 (voorheen 32aa Wet LB) is bepaald dat als bijvoorbeeld een prepensioenregeling of ontslagvergoeding wordt aangemerkt als een regeling voor vervroegd uittreden (VUT-regeling), de werkgever 52% eindheffing moet betalen over de uitkering. Twijfelt een werkgever of sprake is van een RVU, dan kan hij de Belastingdienst om een standpunt vragen. Hij ontvangt een beschikking, waartegen hij vervolgens bezwaar kan maken.

 

Proefprocedure aangespannen

Dit was ook de gang van zaken in een proefprocedure die de Gemeente Assen had aangespannen. De gemeente had als werkgever een FPU-regeling (flexibel pensioen en uittreden) voor bepaalde groepen ambtenaren. Werknemers van 55 jaar of ouder hadden de mogelijkheid om bij een reorganisatie vrijwillig buitengewoon verlof te krijgen en toch 80% van het loon doorbetaald te krijgen. De gemeente vroeg de fiscus om een standpunt en vernam dat eindheffing moest worden ingehouden. Daarom gaf de gemeente voor een 58-jarige ambtenaar die met vroegpensioen ging een bedrag van € 369 aan in de rubriek ‘Eindheffing Vutregeling’. Vervolgens spande de gemeente een proefprocedure aan. De vraag was of overgangsrecht van toepassing was, waardoor de eindheffing niet van toepassing zou kunnen zijn.

 

Overgangsregeling bestaande gevallen

Het overgangsrecht voor regelingen die op 1 januari 2005 al bestonden is geregeld in artikel 38c Wet LB. Als een RVU aan de voorwaarden van de overgangsregeling voldoet, hoeft er toch geen eindheffing plaats te vinden. In deze zaak ging het in het bijzonder om de vraag of de bestaande regeling – kort gezegd – in het maatschappelijk verkeer wel of niet onredelijk was. Als het gaat om een maatschappelijk aanvaardbare regeling zou eindheffing buiten toepassing kunnen blijven.

 

Oordeel rechtbank

Volgens Rechtbank Leeuwarden had de gemeente echter niet aannemelijk gemaakt dat de 55+-regeling een regeling was die bleef onder de grens van wat naar maatschappelijke opvatting redelijk moest worden geacht, bijvoorbeeld wat betreft de diensttijd en genoten beloning. Het overgangsrecht was daarom niet van toepassing en de eindheffing was terecht betaald, volgens de rechter. Partijen legden zich hierbij neer, maar in het belang van de wet stelde Advocaat-Generaal Van Ballegooijen tegen deze uitspraak cassatie in bij de Hoge Raad. Hij gaf daarbij het advies de rechtbankuitspraak te vernietigen.

 

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad volgde het advies van de A-G niet. Volgens de Hoge Raad knoopte artikel 38c uitdrukkelijk aan bij het oude artikel 18i Wet LB, waarin de definitie van een RVU was gegeven. Daarin staat dat als een VUT-regeling in overeenstemming is met de maatschappelijke opvattingen over een redelijke voorziening, er sprake is van een RVU. Uit verschillende onderzoeken die de rechtbank had geraadpleegd, bleek volgens de Hoge Raad dat de regeling van de Gemeente Assen niet gebruikelijk was. Bij andere (pre)pensioenregeling was de vroegste leeftijd van uittreden namelijk 60 jaar. Omdat het ongebruikelijk was om uit te keren bij uittreden vanaf 55 jaar, had de rechtbank juist geoordeeld dat het overgangsrecht niet toepassing van. Ook de andere middelen leidden niet tot cassatie. De Hoge Raad verklaarde het hoger beroep dan ook ongegrond.

 

Wet:

Artikel 32ba Wet LB 1964, Artikel 38c Wet LB 1964, Artikel 18i Wet LB 1964 (oude tekst 2004)

Meer informatie: Hoge Raad, 15 juni 2012, LJN: BU8935

Filed Under: Arbeid & loon, Nieuws, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Fiscus niet gebonden aan compromis over btw-tarief na wetswijziging
Volgende artikel
Inspecteur kan foutenleer niet gebruiken om vergeten hir-vrijval te belasten

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Ontslag; vergoeding; Belastingdient

Wettelijke rente over terugbetaalde ontslagvergoeding is negatief loon

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wettelijke rente die de man moet betalen bij de terugbetaling van een ontslagvergoeding kwalificeert als negatief loon. De proceskostenvergoeding die hij aan zijn werkgever betaalt, hoort daar niet bij. Ook kan hij de ingehouden loonheffing niet in 2015 verrekenen.

renseigneringsverplichting

CNV wil fiscaal aantrekkelijke regeling voor scholing

Het kabinet moet snel inzetten op een fiscaal aantrekkelijke regeling voor scholing, nu er duizenden banen op de tocht staan, zo dringt CNV aan.

30%-regeling

Kabinet wil 30%-regeling nu niet verder versoberen

Het kabinet acht het, gelet op stabiliteit van het fiscale beleid en het vestigingsklimaat, niet passend om binnen de demissionaire status nu een wetsvoorstel in te dienen voor verdere versobering van de 30%-regeling.

binnenhof renovatie schijnzelfstandigheid

Geen meldingen van schijnzelfstandigheid bij renovatie Binnenhof bij RVB

Minister Keijzer reageert op Kamervragen over signalen van mogelijke schijnzelfstandigheid bij de renovatie van het Binnenhof.

Beoordeling ‘substantieel werk’ bij grensarbeid strikt op 25%-norm

De Hoge Raad oordeelt dat bij grensarbeid alleen arbeidstijd en/of loon meetellen voor de 25%-norm om te bepalen of iemand substantieel in de woonstaat werkt. Andere omstandigheden mogen niet meewegen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

Online cursus introductie participatieregelingen en lucratieve belangen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×