• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

De ene driejaarstermijn is de andere niet

31 maart 2017 door arthur hofman

Een vennootschap die zijn onderneming wil overdragen binnen de groep, kan kiezen tussen een overdracht binnen fiscale eenheid en een overdracht buiten fiscale eenheid met toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit of de afsplitsingsfaciliteit. In beide gevallen leidt de overdracht van de onderneming niet tot directe afrekening.

Toch is er een belangrijk verschil tussen beide varianten. In het geval van een bedrijfsfusie binnen fiscale eenheid vindt namelijk per definitie alsnog afrekening plaats als aandelen in de overdrager of overnemer binnen drie jaar na de overdracht buiten de groep worden verkocht. De bedrijfsfusiefaciliteit en de afsplitsingsfaciliteit kennen ook een driejaarstermijn, maar hierbij geldt een tegenbewijsregeling. Heffing blijft, ondanks de verkoop binnen drie jaar, achterwege als de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de bedrijfsfusie of afsplitsing niet in overwegende mate was gericht op het ontgaan of uitstel van belastingheffing. Er zijn verschillende voorbeelden uit de jurisprudentie van situaties waarin belastingplichtigen zich succesvol op deze tegenbewijsregeling hebben beroepen (zie Hoge Raad 2 juni 2006). Van groot belang voor de praktijk is ook dat een belastingplichtige ingeval van een bedrijfsfusie of afsplitsing zekerheid vooraf van de Belastingdienst kan krijgen over de vraag of de bedrijfsfusie/afsplitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing (zie artikel 14 lid 9 Wet Vpb 1969 en artikel 14a lid 9 Wet Vpb 1969).

 

Oplettendheid geboden

Ook bij andere reorganisatievormen is oplettendheid geboden. Soms kan bijvoorbeeld een transactie zowel worden vormgegeven als een aandelentransactie als een activa passiva transactie. De fiscale gevolgen van beide varianten zijn zeer verschillend. Voordeel van een aandelentransactie kan zijn dat de verkoopwinst bij de verkoper onder de deelnemingsvrijstelling valt. Daarnaast kunnen eventuele verliezen onder voorwaarden met de vennootschap worden ‘meeverkocht’. Een activa passiva-transactie kan daarentegen de voorkeur hebben als de verkoopwinst bij de verkoper kan worden verrekend met compensabele verliezen. Of als de activiteiten met verlies worden verkocht. Na de verkoop van de activiteiten kan de verkopende B.V. mogelijk worden geliquideerd en een liquidatieverlies in aanmerking worden genomen.

 

Bezint eer ge begint

Een belastingplichtige kan de keuze voor een verkeerde reorganisatievorm doorgaans niet herstellen. In het arrest Hoge Raad 8 oktober 2010 was sprake van een belastingplichtige die binnen fiscale eenheid een onderneming had overgedragen aan haar dochtervennootschap. De dochtervennootschap werd binnen 3 jaar verkocht, waardoor alsnog moest worden afgerekend. De belastingplichtige had ook kunnen kiezen voor een bedrijfsfusie buiten fiscale eenheid. In dat geval had bij de verkoop een afrekening mogelijk achterwege kunnen blijven. Echter, de Hoge Raad oordeelde dat, nu de overdracht binnen fiscale eenheid al plaatsgevonden, de situatie werd beheerst door het fiscale eenheidsregime. De belastingplichtige had dus geen recht op toepassing van de gunstiger regels die gelden voor een bedrijfsfusie buiten fiscale eenheid. Een belastingplichtige moet zich dus vooraf goed op de hoogte stellen van de fiscale gevolgen van de gekozen reorganisatievariant.

Kom op 21 april 2017 naar de PE-Pitstop Fiscale aspecten van reorganisaties van dr. Arthur Hofman en help de cliënt daarbij. De pitstop geeft u een overzicht van de verschillende reorganisatievarianten en de fiscale aspecten, zodat u een weloverwogen keuze kunt maken bij een reorganisatie of een transactie met een derde. > Meer informatie en aanmelden

Filed Under: Blogs, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Praktische insteek bij behandeling van lijfrentedossiers
Volgende artikel
Er was eens een executeur-boef

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

europa grenzen

Opinie | Het vrijheidsdividend: over defensie, belasting en vijandschap

In hun NTFR Opinie onderzoeken mr. drs. C.M. (Carl) Dijkstra en mr. dr. S. (Sam) van der Vlugt waarom het voorstel voor een ‘vrijheidsbijdrage’ meer is dan een fiscale curiositeit.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×