art. 2.17 Wet IB 2001. Het Hof heeft miskend dat gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag bij helfte worden toegerekend aan een belastingplichtige en diens partner tenzij zij gezamenlijk daarvoor een andere onderlinge verhouding hebben gekozen.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:3033&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie